‘Knirscht das Sündenherz!’
Internationale tongbrekers
‘Ik hou erg van talen. Ik vind het leuk om die zo mooi mogelijk te zingen, zó dat de mensen het kunnen verstaan.
De zangtaal bij uitstek, de moedertaal van het spreken en zingen, is het Italiaans. De klinkers zijn helder, de korte klinkers zijn echt kort en de lange zijn echt lang. Ik vergelijk het met een “palet van basiskleuren”. Geen flauwekul zoals tweeklanken: de klank au klinkt als aa plus oe. Alle medeklinkers, ook de dubbele, worden uitgesproken.
Moeilijk zingbare talen zijn bijvoorbeeld Japans en Russisch. Ik heb Japanse liederen gezongen. In die taal zitten moeilijke klinkers, veel ô-achtige klanken. De eerste u van Suzuki klinkt als een soort 1: “slllzoeki”. Russisch heeft erg veel medeklinkers. Zingen doe je op de klinkers; die mag je dus niet laten zoekraken tussen de medeklinkers. Dat probleem heb je in het Duits ook. In de alt-aria “Buß und Reu” uit de Mattheus Passion staat de regel “Knirscht das Sündenherz entzwei”. De combinatie knirscht-das is heel moeilijk, vooral met een rol-r.
Medeklinkerstapels mogen niet in de weg zitten: je moet de klanklijn vasthouden en zorgen dat je er geen klankstoten van maakt.
Engels - ik bedoel nu Brits Engels - is in de klassieke muziek niet prettiger om te zingen maar juist moeilijker dan Nederlands. Er zitten heel moeilijke tweeklanken in, zoals in de combinatie “I am”. Het wordt altijd slecht gedaan bij examens. Nederlanders spreken Engels vaak lelijk uit; ze zeggen bijvoorbeeld “uh men” in plaats van “ah mâhn”.