Pylonen en pionnen
Inge Suasso - Best
Al jaren is er een woord dat me intrigeert. Het is de benaming van de felgekleurde kegels die bij wegwerkzaamheden en in de sport worden gebruikt als markering. Navraag in familiekring leverde niet veel op: de meest creatieve oplossing was ‘heksenhoeden’, maar de producent daarvan kon er niet voor instaan dat het geen eigen vinding was. Persoonlijk dacht ik dat de benaming ‘pilonnen’ moest zijn; dat had ik een aantal malen in sportverslagen horen zeggen. Van Dale (11de druk uit 1984) kende het echter niet. Wel stond er piloon, zie pyloon, met als omschrijving:
1 | elk van de torens aan weerszijden van de poorten van Egyptische tempels; |
2 | hoge constructie, b.v. een in vakwerk gebouwde toren, die dient om iets te steunen; boortoren; |
3 | gedenkzuil. |
Niets dus wat ook maar enigszins in de richting komt van de kegels die mij voor ogen stonden, behalve misschien de boortoren. Het Duits, het Frans en het Engels kennen de betekenis ‘brugpijler’, ‘elektriciteitsmast’ en ‘hoogspanningsmast’, bouwsels die meestal een kegelvorm hebben.
Het in 1990 verschenen Handwoordenboek Hedendaags Nederlands (NN), eveneens van Van Dale, vermeldde zowaar naast piloon/pyloon de vorm pylon: ‘felgekleurde kegel die een obstakel op de rijweg aangeeft’. Meervoud: pylonen. De 12de druk van de grote Van Dale (1992) kent nog steeds alleen piloon/pyloon, maar geeft nu als vierde betekenis de felgekleurde kegel op de rijweg. Van het sportveld is dus nergens sprake. Toch worden de bedoelde kegels juist daar veelvuldig gebruikt, en in sportverslagen, zowel in de krant als op radio en tv, worden ze geregeld genoemd. Nooit echter als pylonen of pilonen maar altijd als pilonnen of pilonnetjes.
Het ligt voor de hand te veronderstellen dat de meervoudsvorm met dubbele n ontstaan is naar analogie van het woord pion/pionnen. Een pion is behalve een schaakstuk ook een ‘figuurtje dat spelers over het speelbord verplaatsen’ (Van Dale NN), dat qua vorm op de markeringskegels lijkt. Groot was dan ook mijn blijdschap toen ik onlangs - kort voor een belangrijke interlandvoetbalwedstrijd - in een krant een foto zag staan met als onderschrift: ‘De bondscoach verzet de pionnetjes nog een keer.’
We hebben hier te maken met een geval van taalverandering dat bijna volksetymologie genoemd kan worden: een betrekkelijk onbekend woord neemt de meervoudsvorm en de spelling aan van een wél bekend woord.
Ik ben benieuwd naar de volgende druk van Van Dale!