● Hangende spitsen
Met het wereldkampioenschap voetbal in het vooruitzicht lijkt het interessant om na te gaan of er recentelijk nog veranderingen in dit taalgebruik zijn opgetreden. Er zijn natuurlijk altijd vernieuwingen in de woordenschat. Die hangen voor een deel samen met veranderende tactieken. Zo is er veel gewijzigd in de functie van de spits. Vroeger waren er aanvallers of voorhoedespelers. Dat zijn spitsen geworden, maar daaronder zijn weer diepe spitsen (het meest vooruitgeschoven), schaduwspitsen (vlak daarachter), valse spitsen (zogenaamde spitsen, die achter de ‘echte spitsen’ spelen, maar plotseling aan het aanvalsfront opduiken) en hangende spitsen, die vooral aan de zijkant van het veld opereren. Evert te Napel zei zelfs een keer over een speler van AC Milan: ‘Dat is Colombo, die hangt.’ De schaduwspits kan overigens ook als schaduwschutter worden aangeduid.
De genoemde woorden werden rond de vorige wereldkampioenschappen al gebruikt, alleen komen ze nu wat frequenter voor. Hetzelfde geldt deels voor verdedigen. Dit woord heeft al geruime tijd in de voetbaltaal een betekenis die tegengesteld is aan die in het reguliere Nederlands, zoals blijkt uit ‘De Boer verdedigt Taument’. De Boer steunt of helpt Taument niet, integendeel. Hij zal ervoor proberen te zorgen dat Taument niet aan de bal komt, hij zal hem ‘uit de wedstrijd proberen te spelen’. Verdedigen is ook iets gaan betekenen als ‘uit de verdediging wegwerken, naar voren transporteren’, zoals in de zin ‘De bal verdedigd door Ferri’. Het woord is ook te combineren: ‘Alleen maar wegverdedigen, niet uitverdedigen’. Voor de voetbalanalfabeten: bij wegverdedigen wordt de bal min of meer blind naar voren getrapt, terwijl uitverdedigen systematischer gebeurt, zodat de uitverdedigende ploeg in balbezit blijft.