als het karwei opknappen en de kar trekken bevestigen ministers en fractieleiders tegenover de pers dat ze beschikbaar zijn voor weer een nieuwe kabinetsperiode.
De uitdrukking de kar trekken duikt nu ook al buiten politieke kringen op, in de sportwereld bijvoorbeeld. NRC Handelsblad van 16-5-92: ‘Ik heb altijd een grote bek gehad over het feit dat een Hollander de kar wel kon trekken.’ De kar trekken betekent ‘het voortouw nemen, het zware werk verrichten’. Transportmetaforen zijn erg in onder politici. Nog zo'n klassieker (geen trouvaille van Lubbers evenwel) is de rit uitzitten: de hele kabinetsperiode meemaken; meer algemeen: een functie of opdracht tot het einde vervullen.
De term rentmeesterschap wordt wel ten onrechte aan Lubbers toegeschreven. Dit woord is al sinds eind jaren zeventig gangbaar bij het CDA. Het werd ingevoerd door prof. Goudzwaard, destijds de schrijver van het CDA-programma. Rentmeesterschap refereert tegenwoordig aan de ‘zorg voor het milieu’, waarbij wordt uitgegaan van het religieuze idee van de mens als ‘rentmeester van de schepping’. Lubbers maakte het woord opnieuw populair.
Op de valreep wist de premier nog de term kampementen nieuw leven in te blazen: ‘Criminele jongeren horen in kampementen thuis.’ Velen beschouwden deze uitspraak als een voortijdige verkiezingsoprisping van de minister-president, maar zie, Het Parool wist in september 1993 te melden dat er dat zelfde jaar nog zo'n tuchtkamp voor jeugdige boefjes in Veenhuizen zou komen. De jongelui die hierin terechtkomen, zouden nuttige dingen moeten leren, zoals autorijden. Via allerlei opvoedingsprogramma's moeten deze gangsters in spe leren structuur in hun chaotische leven te scheppen.
En hoe staat het met de andere grote man van het CDA, Elco Brinkman? Hij doet op taalkundig gebied al van zich spreken. De zogenoemde Brinkman-shuffle (de manier waarop hij zich - dankzij een draadloos microfoontje - vrij op het podium beweegt) is nu al beroemd. Wat zou het worden als Brinkman de kar zou gaan trekken?