Het of de mavo?
? Welk lidwoord moet ik gebruiken bij afkortingen als havo en mavo? Zelf gebruik ik altijd de, maar dat werd laatst veranderd in het. Ik vond dat bepaald geen verbetering!
! Ook onze voorkeur gaat uit naar de mavo. Daarmee sluiten we aan bij wat algemeen gangbaar is. De meeste taalgebruikers zeggen en schrijven immers ‘hij zit op de mavo’; ‘hij zit op het mavo’ klinkt geforceerd.
En toch blijft een aantal taalgebruikers koppig beweren dat de mavo fout is. Zij wijzen erop dat de o in deze afkorting staat voor onderwijs, een onzijdig woord. In middelbaar algemeen voortgezet onderwijs is onderwijs de kern. Het geslacht van de kern bepaalt het geslacht van het geheel, zo wil de regel. En dus - zo redeneren zij - is alleen het mavo juist.
Een overtuigend verhaal waar nauwelijks iets tegen in te brengen lijkt. Behalve dan dat taal zich nooit helemaal laat vangen in een net van strenge regels. En die ruimte moeten we haar zeker gunnen. Of moeten we voortaan soms naar het wc vragen, omdat die letters voor het watercloset staan?
Bij afkortingen als vwo, vbo of hbo is de o van onderwijs wel bepalend voor het geslacht van het geheel: we spreken over het vo, het vwo, het vbo en het hbo. Waarom onttrekt mavo zich wel aan de regel, en vwo niet? Dat heeft ongetwijfeld te maken met de aard van de afkorting. Doordat mavo uitspreekbaar is als woord, verliezen we sneller uit het oog dat het een afkorting is.