| |
| |
| |
Lombardkade, De Lormestraat en Lotustuin
Aardigheden en eigenaardigheden bij straatnaamgeving
Drs. C.O.A. baron Schimmelpenninck van der Oije - gemeentearchivaris Rotterdam
Straatnamen wekken emoties op. Dat ervoeren wij als auteurs van het boek De straatnamen van Rotterdam bij de aanbieding en verkoop van ons boek op IJsselmonde. Een bezoeker was bitter teleurgesteld over het beleid van de straatnamencommissie. Hij was geboren en getogen in de Snellemandwarsstraat. Een korte periode had hij het huis vanwege de stadsvernieuwing moeten verlaten. Nu hij er was teruggekeerd, was de naam van de straat, zíjn straat, gewijzigd in Touwbaan. Hij twijfelde daarom ernstig over de aankoop van ons boek.
Wij hebben gepoogd hem duidelijk te maken hoe de straatnamencommissie handelt.
| |
● Middeleeuws systeem
Indien zich een geschikt moment voordoet om een verwarrende naam te vervangen, zoals bij de ontruiming van een gehele straat in geval van stadsvernieuwing, dan zal de commissie toeslaan. Sedert 1894 bestaat er een Snellemanstraat, sedert 1896 vergezeld van een Snellemandwarsstraat. Onze richtlijnen schrijven onder meer voor dat gelijkluidende of bijna gelijkluidende namen niet worden gegeven. Derhalve kon een der beide straten een andere naam krijgen. Deze werd ontleend aan het beroep van Jacobus Snelleman, die in het Zwaanshals een touwbaan had. Gelukkig ging de boze man verheugd weg met twee door hemzelf gekochte exemplaren van ons straatnamenboek.
Voorbeelden van verwarrende naamgeving elders zijn de Passeerdersgracht, de 1e en 2e Passeerdersdwarsstraat, de Passeerdersstraat en de Nieuwe Passeerdersstraat in Amsterdam, en de Laakkade, de 1e, 2e en 3e Laakdwarsweg en de Laakweg in Den Haag. Aan al deze straten staan huizen.
In Nederland is niet gekozen voor het Noordamerikaanse systeem om straten te nummeren. Daarvoor is een kwadraatvormig stratenplan noodzakelijk. Het bestaande, uit de middeleeuwen daterende systeem om straten met een naam aan te duiden, is ook bij de uitbreidingen van de dorpen en steden aangehouden. De straat kan zijn naam ontlenen aan een bouwwerk, zoals een kerk, klooster, molen of school, een richting, een veldnaam, een huis, een bewoner of een kenmerkende omstandigheid ter plaatse, zoals stank.
| |
● Namen gezocht
De verdichting in het centrum kan ten gevolge hebben dat er een Brede, Korte, Lange, Nauwe, Nieuwe en Oude Frankenstraat heeft bestaan. Thans vinden wij die aanduidingen verwarrend uit het oogpunt van postbestelling en bij de melding van een ongeluk of brand.
In het verleden veranderden de straatnamen als de naamgever veranderde. De Olifantsteeg naar het huis De Olifant werd later de Bootsteeg naar het huis De Boot. Het Arent Kerstantszstraatje werd de Gerrit Cockensteeg, stellig naar de belangrijkste bewoner in de straat of de bewoner van het hoekhuis. Straatnaamgeving lijkt duidelijk, maar behoeft toch nadere bestudering om tot een wetenschappelijke verklaring te komen. De Karnemelksteeg ontleent zijn naam aan de Karmelietensteeg, waar het Karmelitessenklooster was gevestigd. En in Amsterdam kennen wij Rusland als straatnaam, waarvan de verklaring wordt gevonden in de grond van Willem Ruus of Willem Ruussenland.
De naamgeving was bijna altijd een particuliere aangelegenheid, al zijn er voorbeelden van overheidsingrijpen sedert de 16de eeuw. Immers, de straat was particulier eigendom en het onderhoud was voor rekening van de bewoners. Over het algemeen werd de bemoeienis van de gemeentelijke overheid met straatnaamgeving pas in de 19de eeuw overheersend, mede ingegeven door de Gemeentewet van 1851. In Rotterdam nam het stadsbestuur wegen van particulieren over met de naam daarbij inbegrepen. Hier zien wij de familie- of de vriendenkring van de exploitant weerspiegeld in nietszeggende namen als Annastraat, Hendrikstraat en Johan Idastraat. Elders namen gemeentebesturen deze namen bewust niet over. Toen ook kwamen er naamborden. Nummeringen werden aanvankelijk wijksgewijs aangebracht, later per huizenblok en ten slotte per straat.
| |
● Annexatie en uitbreiding
Problemen bij straatnaamgeving kunnen ontstaan bij samenvoeging van gemeenten, waardoor de oorspronkelijke (dorps)naam verdwijnt. In 1941 werden Hillegersberg, Overschie, Schiebroek en IJsselmonde met Rotterdam verenigd. De Dorpsstraat in Hillegersberg werd Bergse Dorpsstraat en die in Overschie Overschiese Dorpsstraat. Ook straatnamen ontleend aan leden van het koninklijk huis moesten worden gewijzigd, omdat deze in vrijwel alle voormalige gemeenten voorkwamen, evenals de Kerkstraat.
Wijziging van straatnamen komt ook voor onder bijzondere omstandigheden. Zo werd in de Tweede Wereldoorlog de Prinses Julianalaan de Vredehoflaan en de Wilhelminakade de Stieltjeskade. De oorspronkelijke namen kwamen na de oorlog weer terug. Maar toen werd de Duitschestraat gewijzigd in Zweedsestraat. De
| |
| |
bewoners hadden er voorlopig de naam Canadesestraat aan gegeven, doch deze paste niet in de systematiek van Europese landen en zo werd de herinnering aan de bevrijders gewijzigd in die aan de broodbakkers.
foto: Bart Versteeg
Het is te begrijpen dat de straatnaamgeving bij grote uitbreidingen steeds losser kwam te staan van de oorspronkelijke plek. Er waren gewoonweg geen namen beschikbaar die konden worden ontleend aan de omstandigheden ter plaatse, aan veldnamen bijvoorbeeld of aan burgemeesters. Wij zien dan wijken met namen van staatslieden, componisten, schrijvers, Nobelprijswinnaars, kastelen, rivieren, sterrenbeelden, bloemen, planten en bomen, de gehele natuurlijke historie en wat niet al. Het eigenaardige verdwijnt ten gunste van het algemene, want deze namen kun je overal in Nederlandse gemeenten aantreffen. Daarnaast wordt er een inhaalmanoeuvre uitgevoerd ten opzichte van vrouwennamen. In Rotterdam pogen wij weer aansluiting te zoeken bij de geschiedenis van de stad, bijvoorbeeld door bij het kiezen van vrouwennamen aan Rotterdamse vrouwen de voorrang te geven.
Een probleem blijft dat een persoonsnaam nu bekend kan klinken, doch over enige tijd niets meer zegt. Hieraan zou tegemoet gekomen kunnen worden door op het straatnaambord in een toelichting gegevens te verschaffen. In Rotterdam kost dat dermate veel geld, zo'n f 1,4 miljoen, dat er niet aan wordt gedacht. Alleen voor in het verzet omgekomen personen is een uitzondering gemaakt.
| |
● Tijdgevoelige namen
Hiervoor is enkele keren melding gemaakt van de straatnamencommissie. Dergelijke commissies komen in vele gemeenten voor en hebben tot taak het gemeentebestuur of de -raad van advies te dienen. Vanzelfsprekend komt het exclusieve recht van het bedenken van namen niet aan de commissie toe, maar kan ieder een naam bedenken. Of die effect heeft, hangt van de omstandigheden af. Groeperingen oefenen soms druk uit op het gemeentebestuur om namen te kiezen die bijvoorbeeld zijn ontleend aan vrijheidsstrijders of politici, of om bestaande namen, bijvoorbeeld van Zuidafrikaanse generaals uit de Boerenoorlog, in te trekken, of de Leningradweg te wijzigen in Sint-Petersburgweg. In vele gemeenten bestaat de regel dat eenmaal vastgestelde namen niet dan bij hoge uitzondering worden ingetrokken, en dat met uitzondering van leden van het koninklijk huis nog levende personen niet voor vernoeming in aanmerking komen. Deze regel kan ertoe leiden dat een modegril wordt vermeden en alleen die namen worden gegeven waarvan ook na langere tijd het nut wordt ingezien. Daarom is Willem Drees in Rotterdam pas na zijn overlijden met een straatnaam geëerd, terwijl andere, niet typisch socialistisch bestuurde steden, al waren voorgegaan. Daarentegen behoeft in Rotterdam niet de naam van een nog levende sportvrouw te worden ingetrokken omdat zij van doping is beschuldigd.
Ook andere belanghebbenden wenden invloed aan. De laatste tijd treden projectontwikkelaars naar voren die uit het oogpunt van prestige sterk aan een bepaalde naam hechten en het gemeentebestuur kennelijk kunnen overtuigen tegen het voorstel van de straatnamencommissie in. Overal komt vandaag de dag een Plaza voor, reden waarom in Rotterdam werd gekozen voor Passage, een beroemde naam waaraan het bombardement van 14 mei 1940 een eind maakte. Doch de projectontwikkelaar wist zijn invloed om te zetten in resultaat. Het werd Plaza en geen Passage. In Den Haag gelukte het de projectontwikkelaar niet om het Scheveningse Gevers Deynootplein te wijzigen in Kurhausplein. Die naam zou, naar de mening van de ontwikkelaar, voor de veelal Duitse toeristen gemakkelijk herkenbaar zijn. Ook het begrip ‘laan’ is bij deze beroepsgroep erg in. Er wordt alles aan gedaan om die uitgang te bereiken, ook al heeft de aanleg niet het kenmerk van een laan.
| |
● Te ingewikkeld?
Toekomstige bewoners van een straat laten soms hun stem horen. Voor hen is het van belang dat hun straatnaam niet wordt verbasterd in ongunstige zin. Zo moesten de beoogde Kid Dynamitestraat en de Jan van der Kuststraat worden gewijzigd in Arthur Parisiusstraat, respectievelijk Leendert Butterstraat. De straatnamencommissie stond kennelijk niet genoeg in het leven om het gevaar te voorzien. Aan spontaan gegeven bijnamen als Rue de pantalon voor Rubroekstraat en Rue de flens voor Pannekoekstraat ga ik hier voorbij.
Ingewikkelde of verwarringgevende straatnamen worden in Rotterdam niet gegeven. Nu zou een Burgemeester Le Fèvre de Montignylaan in Hillegersberg op grond van deze regel taboe zijn, maar in 1933 was Hillegersberg nog zelfstandig. Maar onlangs is wel de naam Lilian Ngoyiweg vastgesteld. Het is niet altijd mogelijk om consequent te zijn, omdat een naam voortreffelijk kan passen in een groter geheel. Want dat is een andere regel die wij hanteren: er wordt gestreefd naar samenhang in naamgeving van straten die in elkaars onmiddellijke nabijheid liggen. Deze regel kan soms tot grote problemen leiden. Dient bijvoorbeeld ten gevolge van stadsvernieuwing een naam gegeven te worden aan een nieuwe straat in een oud gebied, dan blijken soms alle bruikbare namen al te zijn vergeven, en de wel samenhangende,
| |
| |
maar onbruikbare namen nog steeds onbruikbaar te zijn. In deze omstandigheden wordt de fantasie aangesproken.
Onvermijdelijk is het dat het met de klemtoon soms misgaat. Staat de straatnamencommissie dan te ver af van de bewoners van de straat? De inmiddels ingetrokken Euterpestraat in Amsterdam kreeg soms de klemtoon op pee. Ik geef verder als voorbeeld de Kortebrantstraat, die wordt uitgesproken als Korte Brantstraat. Inderdaad is het straatje kort, maar de naamgever is de 18de-eeuwse Rotterdamse geschiedschrijver en dichter Jacob Kortebrant. Zo kan het ook verwarring geven wanneer de bewoners van een straat de naam verkleinen. In Doorwerth moet de Van der Molenallee niet worden teruggebracht tot Molenallee, want dan zoekt de onwetende een niet-bestaande molen. De naamgever is de Renkumse burgemeester Jan van der Molen. Beter is het de voornaam of de voorletters toe te voegen met het nadeel dat de naam te lang wordt en een conflict ontstaat met de regel van eenvoud bij naamgeving.
| |
● Samenhang in benoeming
In 1950 zijn bij straten in nieuwe wijken de uitgangen straat, weg, laan, pad, kade en singel weggelaten en eindigden ze op horst, rode, poort en gaarde. Dat idee kwam van de Rotterdamse gemeentearchivaris Hazewinkel, die qualitate qua voorzitter van de straatnamencommisie was. In 1918 was dit systeem eerder in Rotterdam toegepast, en wel in Tuindorp Vreewijk, waar bij het landelijke karakter van dit tuindorp werd aangesloten door de namen te laten eindigen op daal. Soms werd in Vreewijk het achtervoegsel geheel weggelaten, zoals bij Vonder en Welle. In de jaren zestig werden in de wijken Tuinenhoven en Groenenhagen op IJsselmonde steeds de uitgangen tuin respectievelijk hagen gebezigd. Ook werden namen van planten, vogels en muziekinstrumenten zonder uitgang als straatnaam ingevoerd.
Thans worden de klassieke uitgangen weer gebruikt. In Rotterdam geeft de Dienst Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting aan welke aanduiding moet worden gebruikt. Hierbij spelen het profiel van de weg, de beplanting, de aard van de bebouwing en de plattegrond een rol.
Met het voorgaande hoop ik te hebben duidelijk gemaakt dat straatnaamgeving een ernstige zaak is. De resultaten van slecht werk dragen wij vele generaties met ons mee. Indien naamgeving op een juiste wijze is geschied, dan spreken de namen vanzelf. Er zal worden gestreefd naar samenhang in straatnaamgeving, zodat de sportlieden bij elkaar komen, net als de vogeltjes en de jazzmusici. Vraagt iemand naar de weg, dan kan deze althans naar de wijk worden verwezen waar de namen bijeenliggen.
Als de naam verwachtingen wekt, dient de naam te passen bij de plek. Nieuwehaven is wel een historische naam in Rotterdam en is gevestigd bij de oorspronkelijke omgeving, maar het huidige fietspad tussen de huizen wekt geen gedachte aan een haven. Ook het achtervoegsel is van belang: bij een pad weten wij dat er over het algemeen niet met een auto kan worden gereden, terwijl wij bij een laan bomen en bij een singel en kade water mogen verwachten. De Lombardkade en de Grote Markt verwacht je in het oude gedeelte van een stad, Lotustuin wekt gedachten aan een wijk uit de jaren zestig en De Lorme, ja wie of wat en waar zou dat zijn?
|
|