● Nieuw namenrecht
Het namenrecht staat net zo lang ter discussie als de gelijkwaardigheid tussen man en vrouw. Het is dan ook frappant dat de emancipatiecommissie pas in 1978 de bewindsman van Justitie erop attent maakte dat ook de wijziging van het naamrecht aandacht verdiende. Maar nu is het zover: een wetsontwerp nieuw namenrecht wordt in het parlement besproken.
Wat houdt het wetsontwerp in? Een kind kan de geslachtsnaam van zijn vader of zijn moeder krijgen. Maar bij die keuze moeten pa en ma voor de geboorte wel overstemming bereiken. Hebben ze ruzie, dan zal de ambtenaar door het lot bepalen wat de geslachtsnaam van het kind is. (‘Effe loten, bingo! Dit is de naam van u beider kind.’) Wordt er niet gekozen, dan is de naam van de vader bindend.
Gek eigenlijk dat voorbijgegaan wordt aan het feit dat de moeder altijd bekend is (mater certa semper est). En dat er nog een gunstig gevolg is als voor de naam van de moeder gekozen wordt: het verschil tussen wettige en onwettige afstamming is dan namelijk niet meer zichtbaar in de naam. Ik ben dan ook van mening dat de naam van de moeder bindend moet worden.
Wat brengt het nieuw namenrecht ons, kortom? Het is een teken dat de overheid vertrouwen stelt in de burgers. Het kan door de grotere vrijheid bijdragen aan een nieuwe namencultuur die integratie van andere culturen met de onze vergemakkelijkt. Het ademt echter nog wel de geest van de traditioneel op de vader ingestelde namencultuur.