Onze Taal. Jaargang 63
(1994)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 35]
| |||||||||
■ Sherry-tomaat
| |||||||||
■ Populariniemen
|
- | de Kist van Quist, voor de vierkante nieuwe schouwburg van architect Quist; |
- | de Haarspeld, een flatgebouw in gebogen vorm van Carel Weeber; |
- | de lus van Linthorst, een stuk weg op het Noordereiland waarin een vreemde kronkel zit (wethouder Linthorst liet deze lus aanleggen om te voorkomen dat het gemotoriseerde verkeer daar te hard zou rijden); |
- | de Pluk-je-Kaalstraat, volksnaam voor de Puntegaalstraat, waar het belastingkantoor van oudsher gevestigd is (niet de vorm is hier dus doorslaggevend, maar de functie). |
In Den Haag zijn bekende populariniemen de Zwarte Madonna, voor het zwarte gebouw bij Centraal Station, en de lul van het Bezuidenhout, voor de woontoren in deze wijk. (Jazeker, de vormgeving is ook hier doorslaggevend.) Colditz is in Den Haag een bekende naam voor het allesbehalve uitnodigende gebouw van de Johan de Wittschool aan de De la Reyweg.
Capelle aan den IJssel kent het eindeloze flatgebouw de Chinese muur.
Ten slotte een internationaal populariniem: de Lipstick und Puderdose in Berlijn. Hiermee bedoelt men de Kaiser Wilhelm Gedächtniskirche: een laag, rond gebouw met losse toren.
■ Urinoceros
Mr. H.S.J. Teppema - Huizen
Alhoewel de taalgrapjes van Leonhard Huizinga tegenwoordig soms wat flauw aandoen, vind ik herlezing van zijn klassiekers ‘Adriaan en Olivier’ en ‘Olivier en Adriaan’ toch altijd weer een genoegen.
De zoektocht naar kruisingwoorden in het decembernummer bracht me ertoe het gevoelige gedicht ‘De Oerbosbrand’ nog eens te lezen. Al in de eerste regel blijkt de urinoceros niet van Koot (zoals door H. Roza vermeld op blz. 289) maar van Huiz afkomstig te zijn. Ik citeer het eerste couplet:
■ Bovenin/boven in
G.A. Veldman - Alkmaar
In het decembernummer van Onze Taal behandelt de Taaladviesdienst op blz. 283 de kwestie ‘bovenin/boven in de kast’. Het advies is om boven en in in twee woorden te schrijven, behalve als er geen zelfstandig naamwoord op volgt: ‘het cadeau ligt bovenin’.
Ik zet daar graag een andere visie tegenover. Als voorbeeld geef ik de zinnen
1 | Het cadeautje ligt boven in de kast. |
2 | Het cadeautje ligt bovenin de kast. |
Zin 1 betekent dat het cadeautje boven (op zolder) in de kast ligt. Lees ik zin 2, dan weet ik zeker dat ik op de bovenste plank van de kast moet wezen.
Volgens de Taaladviesdienst moet er echter in 1, zoals door mij geïnterpreteerd, een komma worden geplaatst na boven; zonder komma betekent 1 ‘op de bovenste plank’. De praktijk is mijns inziens echter anders. Het accent maakt uit of we met het aaneengeschreven bovenin te maken hebben of niet: boven in krijgt twee accenten, bovenin maar één. Is het niet logischer bovenin als voorzetsel, zoals in 2, aaneen te schrijven?
Naschrift Taaladviesdienst
Het probleem is dat bovenin in 2 geen voorzetsel ís: het is een samengesteld bijwoord.
Een voorzetsel is gewoonlijk het eerste woord van een woordgroep (bijvoorbeeld in de kast) met een zelfstandige kern (hier het zelfstandig naamwoord de kast). Zo'n woordgroep kan nader bepaald worden door een bijwoord: in de kast kan verduidelijkt worden door bijwoorden als boven, onder, opzij, achter, diep, hoog, laag, enz.: vlak bij de kast, dicht bij de kast, boven in de kast. Zolang het voorzetsel samen met die zelfstandige kern een woordgroep vormt (in de kast), kan het niet aaneengeschreven worden met dat bijwoord. Samen zouden ze namelijk een bijwoord vormen (bovenin), waardoor het voorzetsel bij de kast zou ontbreken. Daarom schrijven we ook niet:
*kortna het concert, *diepin de put, *hoogboven de wolken, *evenvoor de zitting, *vlakbij de kerk, *bovenin de kast.
Is het zelfstandig naamwoord weggelaten, dan doet zich dat probleem niet voor: het voorzetsel verliest zijn voorzetselfunctie, waardoor het samen met het bijwoord een samengesteld bijwoord kan vormen: ze woont vlakbij, hij
loopt voorop, zij staat bovenaan.
Het verschil tussen de twee interpretaties van boven in/bovenin de kast (‘op zolder/op de bovenste plank’) kan dus alleen tot uitdrukking komen in de lengte van de pauze tussen boven en in en in de wijze van beklemtoning:
1 | Het cadeau ligt bóven, ín de kast. (= op zolder: boven en in evenveel accent) |
2 | Het cadeau ligt bóven ín de kast. (= op de bovenste plank: boven krijgt iets meer accent dan in) |
3 | Het cadeau ligt bovenín (eindaccent). |
■ Onterechte kritiek
Mr. C.P.A. Bakker - Zeist
De kritiek van de anonieme belastingadviseur in het decembernummer (blz. 291) is niet alleen overdreven, maar in enkele gevallen ook onjuist, terwijl dat voor de meeste lezers niet direct duidelijk is. De vraag ‘Wilt u voor 1992 toevoeging aan de FOR achterwege laten?’ is niet belachelijk geformuleerd: de wet gaat ervan uit dat toevoeging tot de normale gang van zaken behoort. Toevoeging vindt ook plaats als men dat niet uitdrukkelijk vraagt. Alleen op speciaal verzoek blijft zij in afwijking van de normale regels achterwege.
De opmerking over de Toelichting bij het aangiftebiljet onder het kopje ‘Loon e.d. van een werkgever’ heeft mij doen glimlachen. In de praktijk krijgt bijna iedere werknemer van zijn werkgever een gespecificeerde opgave van zijn loon of salaris, en na afloop van het jaar een jaaropgave met getallen in vakjes die aansluiten op het aangiftebiljet. In meer dan veertig jaar praktijk als belastingadviseur heb ik duizenden aangiften verzorgd, maar vragen zoals ze aan de anonieme adviseur worden gesteld, heb ik nog nooit gehoord.
En dan het renteverhaal. Het is onzin te beweren dat men zou kunnen volstaan met een vraag als ‘Hebt u minder dan duizend gulden rente? Zo ja, dan kunt u deze vraag overslaan.’ Ook de meeste leken op belastinggebied zullen wel weten dat de rentevrijstelling slaat op het positieve saldo van ontvangen en betaalde rente (met uitzondering van de hypotheekrente).
Het is niet fair om - voor een deel gerechtvaardigde - kritiek op het ingewikkelde stelsel te verpakken in kritiek op de wijze waarop over de toepassing van dat stelsel informatie wordt verstrekt. Nog erger is het om anoniem modder te gooien naar de middelbare en lagere ambtenaren van de belastingdienst. Waarom word ík door die groepen ambtenaren in het hele land doorgaans correct en vriendelijk te woord gestaan, en waarom gebeurt dat niet bij de anonieme adviseur? Zou het soms aan hem liggen?
■ Er mist een blaadje
Arthur Kooyman - Edinburgh
In het decembernummer van Onze Taal (blz. 283) wordt ‘Er mist een blaadje’ beschouwd als een verhaspeling van ‘Er ontbreekt een blaadje’ en ‘Ik mis een blaadje’. Er is nog een andere invalshoek mogelijk: de invloed van het Engelse werkwoord to miss, dat zowel onze betekenis ‘missen’ kan hebben (‘I miss him’) als ‘ontbreken’ (‘There are missing pages’). Ikzelf heb de uiting ‘Waar zijn de missende (= “ontbrekende”) pagina's?’ al gehoord en acht die zeker onder invloed van het Engels gevormd. In deze analyse zou het om een taalverandering gaan die - mits de betekenisverandering van missen zich doorzet - door een volgende generatie al niet meer wordt opgemerkt.
De Engelse invloed is niet alleen wijdverbreid maar soms ook uiterst subtiel. Het Engels en het Nederlands kennen op grond van hun gemeenschappelijke Germaanse afkomst gelijke woorden. Het net even andere gebruik van het Engelse woord wordt dan gemakkelijk in het Nederlands overgenomen.
■ OFFSMBOET IPPO DPEF
Roland de Bondt - Nijmegen
In het decembernummer brengt Frank Jansen in het artikel ‘Waarom de computer nog niet bij stem is’ een sprekende computer uit ‘2001, A Space Odyssee’ in herinnering die luistert naar de naam HAL. Het is aardig om te weten dat deze ‘kwaadaardige automaat’, zoals Jansen hem typeert, niet toevallig zo heet. Als we elke letter van de naam HAL vervangen door de letter die in het alfabet één plaats verderop staat, verschijnt IBM, een van de grootste computerfirma's ter wereld.
Een soortgelijk procédé is toegepast door Neerlands Hoop in Bange Dagen. Deze spraakmakende cabaretgroep, waarmee Freek de Jonge en Bram Vermeulen furore maakten, bracht in 1979 een dubbelelpee uit met de mysterieuze titel OFFSMBOET IPPO DPEF. Als je elke letter hiervan vervangt door de letter die er in het alfabet aan voorafgaat, dan komt NEERLANDS HOOP CODE te voorschijn.
Elke verschuiving van letters om boodschappen te coderen wordt in de cryptologie aangeduid als ‘een alfabet van Caesar’. De geestelijk vader van dit geheimschrift was namelijk de Romeinse keizer Julius Caesar (100 - 44 v.C.). Hij verving elke letter in een te coderen tekst door de letter die drie plaatsen verder in het alfabet voorkomt. Gewapend met deze kennis zal het niet moeilijk zijn de volgende, beroemde uitspraak te ontcijferen: LN NZDP LN CDJ LN RYHUZRQ.
■ Ferplicht Hollans
Jan Pannekeet - Heiloo
(reactie op ‘Gedicht voor Onze Taal’, decembernummer 1993)