Tweede Keizerrijk, in 1871, officieel afgeschaft. In de Verenigde Staten zijn ze er niet eens serieus aan begonnen. Er is in Nederland in jaren geen auteur geweest die zich aan dit hachelijke onderwerp heeft willen wagen, en nu verschijnt er eind 1991 de Titulatuurgids, met ruim honderd bladzijden over hoe het hoort. Waarom hebt u niet gezegd: door de jaren zeventig en tachtig is er de ruimte ontstaan om van de titulatuur af te komen. Waarom een gids en geen essay om die ‘nutteloze ingewikkelde franje, die bovendien afstand schept’ af te schaffen?
‘Inderdaad zijn er in het recente verleden allerlei pogingen gedaan om de titulatuur af te schaffen, onder anderen door de ministers Geertsema en Cals. Veel mensen van adel voerden in de jaren zeventig hun titels niet meer; die belemmerden hen zelfs in hun carrièremogelijkheden. En de informalisering van onze maatschappij heeft ertoe geleid dat de premier niet als “excellentie”, maar als “meneer Lubbers” wordt aangesproken; sommige journalisten schrijven zelfs graag “Ruud Lubbers”. Maar de nivellering is niet zo ver gegaan dat de titulatuur geheel is komen te vervallen. Ik constateer zelfs een groeiende belangstelling voor het correct gebruik ervan - niet in de laatste plaats bij jongeren. Dat is ook de reden geweest om het boek te schrijven: de onbeholpenheid van veel mensen die het wel goed willen doen, maar niet weten hoe het moet. In mijn functie als ceremoniemeester heb ik de gelegenheid gekregen om mij te verdiepen in het juiste gebruik. Het boek is een tool voor een lastig specialisme. Het is belangrijk om te weten hoe je je moet presenteren. Jongeren weten dat dat gevoel voor verhoudingen je helpt in de maatschappij.’
Veel bedrijven zijn er in de loop van de tijd toe overgegaan titulatuur sterk te vereenvoudigen of zelfs af te schaffen. De medewerkers hadden vaak de grootste moeite met die archaïsche verzameling van titels en voorrangsregels. Bent u dan voor een restauratie van de titulatuur?
‘Als het parlement zou besluiten om de titulatuur af te schaffen, dan leg ik me daarbij neer. Maar zolang het bestaat en je mensen er een plezier mee doet door het te gebruiken, gebruik ik het. Je wilt toch de personen aan wie je schrijft je respect betuigen en ze niet kwetsen. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling van ons boek om de mensen voor te schrijven altijd titulatuur te gebruiken: vanzelfsprekend respecteer ik mensen die daarvan afzien. Maar als ze die gebruiken, moeten ze het goed doen. En ik heb zo veel vragen om mij heen gehoord, dat zo'n adviesboek mij nuttig lijkt. De verkoopcijfers lijken ook op een grote behoefte te wijzen.
Overigens heeft een groot bedrijf mij onlangs benaderd om medewerking te verlenen aan een computerprogramma waarin alle regels en vormen van titulatuur worden opgenomen. Met dat programma kunnen bedrijven en instellingen die dat willen, hun relaties in hun correspondentie dan met de correcte titulatuur aanschrijven. Een van de redenen voor bedrijven om de titulatuur te vereenvoudigen was, volgens mij, dat er voor de adressering slechts 32 letterplaatsen beschikbaar waren binnen de geautomatiseerde adressenbestanden. Momenteel zijn deze technische beperkingen weer gemakkelijk te overwinnen.’
In een land van hardwerkende calvinisten, zonder hofcultuur van betekenis, verwacht je een eenvoudige titulatuur zonder franje. ‘Doe maar gewoon’ - maar bijna geen land ter wereld heeft zo'n ingewikkelde titulatuur als Nederland.
‘De vorstelijke titulatuur in Nederland was, zo staat ook in de inleiding van de Titulatuurgids te lezen, vergeleken bij andere landen vrij sober. De tsaar van Rusland was bijvoorbeeld “Doorluchtigste en Grootmachtigste Keizer van Geheel Rusland” en de sjah van Perzië “King of Kings, Master of Air, Land and Water, whose Empire Begins where the Moon rises and Ends in the Fathomless Depths of the Sea”. De Nederlandse republiekscultuur kende minder uitbundige titels. Een aanhef als “De Gestrenge en Onversaagde Meester van den Scherpen Zwaarde in Holland en West Friesland” voor de scherprechter de Heer van Bredero, vormde een uitzondering. De Engelsen kunnen er ook wat van, maar vergeleken met bijvoorbeeld Frankrijk, België, Duitsland en de Verenigde Staten bezitten wij tegenwoordig een misschien wel overdreven ingewikkelde titulatuur.
De adellijke titulatuur is niet erg uitgebreid: hooggeboren voor een graaf of gravin en hoogwelgeboren voor baron, ridder, jonkheer en hun echtgenotes en dochters. In de academische wereld bestaan de termen hooggeleerde (voor een professor), weledelzeergeleerde (doctor), weledelgeleerde (doctorandus) en weledelgestrenge (jurist en ingenieur). De ambtelijke titulatuur kent bovendien excellentie, hoogedelgestrenge, edelhoogachtbare, edelgrootachtbare, hoogedelachtbare en edelachtbare. De geestelijke titulatuur mag er ook zijn met elf verschillende vormen, waaronder hoogwaardige, hoogeerwaarde, weleerwaarde, zeereerwaarde. En dan weten we nog niet eens hoe we een imam moeten aanspreken. Het wordt pas echt complex als je titula-