Afkokers
F. Jansen
Plaats bepaald
De socioloog Goudsblom, geïnterviewd in de Volkskrant (15-2-92), bespreekt de redenen waarom de prehistorische mens zijn doden ging begraven of verbranden. Goudsblom meent dat zodoende voorkomen werd dat roofdieren door het consumeren van lijken, de smaak van mensenvlees te pakken zouden krijgen. Hij zegt:
‘Ik kwam op het idee omdat ik eens een verslag heb gelezen over een luipaard die in India mensenvlees ging eten.’
Bij deze zin zie ik een luipaard voor me die na rijp beraad zijn koffers pakt, om een lange reis te maken. Die suggestie wordt gewekt door de plaats van de bepaling in India: doordat die in de bijzin en bij het bewegingswerkwoord ging staat, krijgt in een richtingsinterpretatie. Je lost dit op door het zinsdeel in India naar voren te halen: ‘een luipaard in India die mensenvlees ging eten’.
In een aflevering van de Telegraaf-serie over het (liefdes)leven van Grace Kelly (3-3-92) is de volgende zin te lezen:
‘Ondanks het feit dat Milland dertig jaar gelukkig met dezelfde vrouw getrouwd was, bleef hij een rokkenjager.’
Deze zin klinkt ook een beetje raar, omdat de lezer geneigd is gelukkig met dezelfde vrouw samen te nemen, zodat de betekenis wordt: ‘Milland was dertig jaar getrouwd, en gelukkig met dezelfde vrouw nog wel.’ Zo moralistisch is deze Telegraaf-serie niet.
De ware bedoeling komt beter over als we gelukkig naar achteren schuiven, tot vlak voor getrouwd: ‘dat Milland dertig jaar met dezelfde vrouw gelukkig getrouwd was’ of, duidelijker nog: ‘dat Milland dertig jaar gelukkig getrouwd was met dezelfde vrouw’.