● Gemompel
Nu is er in deze boeken ook niet veel plaats voor gepeins over de aard van de geslachten. Ze bestaan voor het overgrote deel uit actie en dialoog. Met die dialoog is iets raars aan de hand. Want hoe praten minnaars met elkaar? Ik, zelf geen trouw lezer van het genre, had veel fluisteren verwacht, veel zuchten ook. Maar mompelen? Toch wordt er in deze romans geweldig gemompeld. In De geheimzinnige aanbidder wel 72 keer op 150 pagina's tekst.
Dat het me niet meteen opviel, komt doordat Kathy en haar aanbidder Jonathan zo gevoelvol en gevarieerd kunnen mompelen dat menige toneelspeler er jaloers op zou zijn. Mompelde ze somber. Mompelde hij bars. Mompelde ze plagend, verontwaardigd, loom, zachtjes, afwezig en met een brede glimlach.
Ook bij de grote passies in de andere pocketromans die ik las, staat de volumeknop op 1: het is een en al fluisteren, zuchten, hijgen, mompelen, glimlachen. Er wordt niet geschreeuwd, niet luidkeels gekreund en zelfs niet met stemverheffing gesproken.
Ook vloeken is taboe. De krachttermen die de hoofdpersonen van deze volwassenenlectuur zich veroorloven, zijn niet erger dan die in de gemiddelde Suske en Wiske. Lieve hemel! Jeetje! Hemeltje! Ook de mannen. De geheimzinnige aanbidder over zijn weerspannige broekriem: ‘Dat verhipte ding.’ Kan dat nog komen doordat Jonathan een liefhebber is van klassieke muziek, ook ruige types als agent Shane en kapitein Ross McIntyre komen niet verder dan een hartgrondig ‘Verdorie!’
Kunnen schrijfsters met zoveel beperkingen nog wel een overtuigende liefdesscène schrijven? Wat vertelt de Intiemreeks ‘als het spannend wordt’?
•
‘Deze consumptielectuur is zo eerlijk als een zak patat met mayonaise’
•