over een mannelijke invalkracht. Er wordt namelijk bij voorkeur vanuit het ontvangende geslacht geschreven. ‘Het is leuker om tegenover iemand te zitten die zich met de ontvanger kan identificeren. Daar neem je gemakkelijker adviezen van aan: “als man/vrouw zou ik zo reageren”’, licht Gwen deze kruisbestuiving toe.
Hoe gaan jullie te werk?
Alwine: ‘Eerst heel veel vragen, telefonisch of op ons kantoor. We moeten niet alleen een goed beeld zien te krijgen van de situatie en de klant, maar ook van de ontvanger: hoe gaat die gekleed, alleen- of samenwonend, gevoel voor humor, werk? Als we voldoende weten, praten Gwen en ik er samen nog een tijdje over. Dan schrijft een van beiden de tekst en daarna is het eindeloos soebatten. Van een eerste versie blijft vaak niets heel. Gelukkig kunnen we veel van elkaar hebben.’
En vervolgens gaat de liefdesbrief in jullie mooie printletter op de bus?
Alwine: ‘Nee, de klant schrijft de brief natuurlijk zelf over. Als geliefde knap je toch zeker meteen af als je ziet dat zo'n ding ergens op een harddisk staat? De liefdesbrief moet uniek zijn, het handschrift geeft er die meerwaarde aan.’ Tikken mag wél als het een liefdesfax betreft: ‘Hierbij gooi ik mijn hart door de fax voor jouw voeten.’
Voor één A4'tje tekst rekent Cyrano f 185,-, maar bij de liefdesbrief staat dat in geen verhouding tot de geïnvesteerde tijd. Alwine: ‘Je verliest jezelf gemakkelijk in zo'n persoonlijk verhaal. Bovendien bestaan er geen standaardzinnen voor de liefdesbrief. Het is leuk, maar weinig lucratief.’
Een liefdesbrief heeft maar één doel: een hart winnen. Meesters uit vroeger tijden schuwden daartoe geen enkel middel. Neem bijvoorbeeld Willem Bilderdijk: ‘Als ge me niet echt bemint, als ge me niet voor de eeuwigheid bemint, ach! ik zal erdoor sterven (...) Laten we dan voor eeuwig scheiden; ruk mij uit uw hart en laat mij de dood zoeken, welke ik ver van u zal vinden.’ Maken jullie gebruik van zulke overredingsmiddelen? Gwen: ‘Met dreigementen als “Ik spring van de brug” bereik je niets meer. Het is te wanhopig voor deze tijd. Je moet de indruk wekken dat je leuk bent, geen miezerig hoopje mens. De vrouw van de wereld kan tegenwoordig een hoop hebben. Die zit niet zo gauw in zak en as.’
foto: Bert de Snoo
Alwine: ‘Het is bovendien niet erg complimenteus om te denken dat de ander wel gevoelig zal zijn voor chantage. Met je brief schets je een beeld dat je van de ander hebt. Door een grapje te maken schrijf je de ander een positieve eigenschap, gevoel voor humor, toe.’
Hoe zet je je aanzoek dan op een eigentijdse manier kracht bij? Alwine: ‘Beschrijf liever de mooie momenten die je samen hebt beleefd, en geef aan hoeveel waarde je daaraan hecht. Of wat je doormaakt op dit moment, en wat je tot het schrijven van de brief gebracht heeft. Maar met zo'n beschrijving van doelloos rondlopen, niet eten, niet slapen enzovoort wek je wel snel de indruk dat je langzaam aan het wegkwijnen bent. En da's weer helemaal verkeerd.’
Wat zijn de absoluut noodzakelijke ingrediënten, en wat de typische missers van de liefdesbrief? Gwen: ‘Schrijf niet: “Ik verdrink in je blauwe ogen” als ze bruin zijn. En haal, als je al een intiem gesprek met de ontvanger hebt gehad, daaruit iets persoonlijks over de ander aan: het voorkomt dat hij/zij je brief aan de halve wereld laat lezen.’
Derden hebben met de liefde sowieso níets te maken, waarschuwt Alwine: ‘Laat ze buiten beschouwing in je brief. De liefdesbrief is een vuurpijl tussen jou en mij. Geen woord dus over ex'en, vrienden, partners, kinderen of huisdieren. Die bestaan gewoon niet. Wek liever de indruk dat je met z'n tweeën op een eiland zit. Zorg ook voor een stukje vrolijkheid. Liefde is vrolijk. De ontvanger mag niet het gevoel krijgen dat een relatie met jou één groot tranendal wordt. Verder moet de boodschap duidelijk zijn: de geliefde mag in geen geval met vraagtekens over je liefdesverklaring blijven zitten.’