Zakkenvullers
Volgens de Telegraaf (15-2-92) heeft staatssecretaris Simons in een brief aan de Tweede Kamer ontkend dat hij in een radio-uitzending de particuliere verzekeraars ‘zakkenvullers’ zou hebben genoemd. Simons was de vraag gesteld: ‘Vindt u de verzekeraars zakkenvullers?’ Daarop had hij geantwoord: ‘Zakkenvullers? Dat is me te sterk uitgedrukt.’ De journalist had alleen het antwoord uitgezonden.
Door zulke praktijken neemt de status van de journalistiek niet toe. In het algemeen zou het geen kwaad kunnen als het woord desgevraagd meer in de krantekolommen opdook. Maar interessanter is natuurlijk de vraag van welk gespreksmechaniekje de radiojournalist gebruik heeft gemaakt.
Wie een gesprek voert, ondergaat - meestal onbewust - de drang tot samenwerking met zijn gesprekspartners. Hoe toevallig ook mensen met elkaar in gesprek zijn geraakt, toch lijkt het wel of ze tot elke prijs willen samenwerken. Geen vraag zo gek, of er komt een antwoord op. Het is zelfs zo dat een geïnterviewde zijn antwoorden tot in de subtielste details van de formulering aanpast aan de vraag. Dat bleek uit het volgende experiment. Een groep winkeliers werd telefonisch gevraagd: ‘Om hoe laat sluit de winkel?’ Een vergelijkbare tweede groep winkeliers moest antwoord geven op de vraag: ‘Hoe laat sluit de winkel?’ De eerste groep antwoordde merendeels ‘Om zes uur’, de andere groep ‘Zes uur’.