● Maleise invloeden
Marinepersoneel dat in Nederlands-Indië gediend heeft, is bijna geheel met leeftijdsontslag. Toch blijkt uit observatie en uit onderzoeken dat er veel Maleis is blijven hangen.
De heer Hanssen stelt terecht vast dat de hoeveelheid Maleise woorden en uitdrukkingen in het marinejargon terugloopt. Dit blijkt ook uit het onderzoek van Van Dam & Vervoort: Het Maleis in het mariniersjargon, doctoraalscriptie Nederlands, Leiden 1987. Hanssen noemt als voorbeeldzinnen: ‘Mag ik een strootje (sigaret) van je draaien, je krijgt het met kat (wanneer ik mijn salaris binnen heb) terug’ en ‘Ik ga mandiën (baden, douchen) en trek een schone pendek (onderbroek) aan, alvorens mijn tampat (kooi, bed) op te zoeken’. Hij stelt dat deze zinnen abracadabra zouden zijn voor de huidige matroos, omdat de zelfstandige naamwoorden in deze zinnen niet meer begrepen worden. Uit mijn observaties tussen 1985 en
Enkele andere Maleise woorden die in het taalgebruik van het marinepersoneel nog veel voorkomen zijn tjot (heuvel, helling; van Maleis tjot = berg) en barang (kleding, het totaal van eigendommen aan boord, bepakking; van Maleis barang = bagage, goederen). Bintang wordt gebruikt als synoniem voor een onderscheiding, medaille (van Maleis bintang = ster), en baroe voor ‘nieuw’ of ‘nieuweling’, door de jongeren veel gebruikt in de uitdrukking spiksplinterbaroe (van Maleis baroe = nieuw).
1990 bij de marine blijkt echter dat mandiën nog wel gebruikt wordt, en pendek en tampat zelfs nog erg veel.
Van Dam & Vervoort hebben een onderzoek gedaan naar het Maleis in het jargon van het Korps Mariniers. De jongste groep van de vijf groepen informanten is tussen 1980 en 1985 in dienst getreden. Zij waren op het moment van het onderzoek pas twee tot zeven jaar in dienst van Defensie, en kenden en gebruikten allen de woorden strootje, katje, pendek en tampat. Mandiën werd door 40% gekend en gebruikt. De oudere groepen mariniers, die in 1978 of eerder in dienst waren getreden, kenden en gebruikten allen mandiën.
Uit een van mijn eigen onderzoeken onder beroepsinfanteristen van 30 jaar en jonger blijkt dat de woorden pendek en tampat ook bij de landmacht door nogal wat mensen gekend worden: 72% kent de betekenis van pendek en 56% zegt dit woord te gebruiken; de betekenis van tampat wordt door 28% gekend en gebruikt.
Het woord pendek is Maleis voor ‘kort’. Aanvankelijk werd het woord gebruikt voor ‘korte broek’, maar tegenwoordig voor ‘onderbroek’. Een leuke paradox is op die manier ontstaan in het landmachtjargon, waar nogal eens wordt gesproken van een ‘lange pendek’.