● Mondiale leenwoorden
De vier andere Koptische leenwoorden in het Nederlands zijn antimoon, andijvie, bark en oase. De naam van het scheikundige element antimoon, dat ook gebruikt kan worden om de ogen te verfraaien en te helen, is via het middeleeuws Latijnse antimonium wellicht ontleend aan het Arabisch, dat het op zijn beurt van het Grieks en dat weer van het Koptisch heeft. Andijvie komt via het Franse endive (witlof) eveneens uit het middeleeuwse Latijn: intubon. De oorsprong is het Koptische toeba, de benaming voor de maand die vóór amshier komt. In deze maand (januari-februari) oogstte men de andijvie. Toeba is in een stad als Alexandrië berucht, omdat het dan zo vaak stormt.
Bark is afkomstig van het Koptische bari, de naam voor de bootjes van de scheepvaart op de Nijl. In het Grieks werd dit vervormd tot baris, waaruit de Romeinen barica maakten, dat tot barca verkort reeds in de derde eeuw in Portugal bekend was. Vandaar kwam het in alle Romaanse en Germaanse talen.
Het woord oase hebben we van het Grieks, dat het van het Koptisch heeft overgenomen. In het Egyptische Arabisch bestaat het nog steeds als waha.
De Kopten leven als bescheiden minderheid in Nederland. Nauwelijks bekend qua godsdienst en qua taal. Hun taal is dood. Evenals het Latijn vroeger bij de rooms-katholieken wordt zij nog slechts bij de eredienst gebruikt. Maar enkele woorden zijn blijven bestaan. En die zijn over de hele wereld bekend geworden.