● Tussen onzeker en nadruk
In de meeste gevallen hebben we te maken met slordigheden die worden uitgesproken onder een bepaalde druk. De overlappende en dubbele betekenissen zijn echter niet allemaal van hetzelfde soort. De verschillende pleonasmen en tautologieën die ik in het eerste halfjaar van 1991 heb gehoord (en gezien), heb ik geprobeerd onder te brengen in een aantal categorieën. Hoewel het aantal categorieën misschien groter of kleiner zou moeten zijn, de grenzen van de indelingen vaag zijn, en de voorbeelden soms in meer dan één categorie zijn in te delen, kan er mijns inziens toch een bepaald onderscheid worden gemaakt.
Ten eerste is er de verspreking die wordt veroorzaakt doordat men tijdens het spreken van gedachten verandert of doordat men bijvoorbeeld zenuwachtig of vermoeid is. Het woord waaraan men eerst dacht of de constructie die men eerst wilde uitspreken, wordt vervangen door een nieuwe vorm met (nagenoeg) dezelfde betekenis. Voorbeelden van versprekingen zijn:
1 | ex-oud-studenten |
2 | een voorbeeld bijvoorbeeld |
3 | [De Amazing Stroopwafels] gaan hun eerste tekst beginnen met Gezond |
In het eerste geval gaat het om een oud-student die zichzelf meteen verbeterde. Het tweede voorbeeld komt van Jack Spijkerman, die zó snel praat dat herhaling geen kwaad kan. De derde verdubbeling is van Fred Florusse, die op 22 juni 1991 de presentatie van Spijkers met Koppen moest overnemen van Jack Spijkerman.
Meestal zal een spreker er zich waarschijnlijk niet van bewust zijn dat hij of zij een betekenis geheel of gedeeltelijk herhaalt. Dit geldt ook voor de tweede categorie, waarin niet echt voor verdubbeling van betekenis wordt gekozen, maar wel voor het gebruik van meer of langere woorden. Het betreft hier de groep van ‘babbelfouten’, fouten die worden gemaakt doordat er tijd moet worden volgepraat, of doordat men denkt dat er veel gezegd moet worden. Dit is typisch het soort slordigheden dat men in sportreportages hoort:
4 | De overwinning van de ritzege kan hem niet meer ontgaan. (Studio Sport, 2-2-91) |
5 | verbetering in positieve zin (Studio Sport, 3-2-91) |
6 | Het percentage zakt naar beneden. (Heinze Bakker in Studio Sport, 16-6-91) |
De derde categorie ligt erg dicht bij de tweede en betreft overlappingen en verdubbelingen waarvan een van de twee woorden verhoudingsgewijs minder frequent is, meestal een ‘chiquer’ woord. Deze slordigheden zou men als ‘dikdoenerij’ kunnen betitelen. Enkele voorbeelden:
7 | Hij nam als eerste het initiatief voor een bijeenkomst. (NOS-Laat, 31-1-91) |
8 | een hoogstandje van architectonische bouwkunst (NOS-Laat, 21-3-91) |
9 | zonder dat er uitzicht is op een goed perspectief (RTL-4 Weer, 1-5-91) |
10 | een cruciaal keerpunt (Maartje van Weegen, NOS-Laat, 14-5-91) |
11 | jongens die qua progressie enorm vooruitgegaan zijn (Leo Beenhakker in Studio Sport, 31-5-91) |
12 | [het zwemmen van Karin Brienesse] ziet er esthetisch niet
|