● Kunst en vernieuwing
Hoe komt men in zoveel andere landen ertoe Nederlands te leren? Die vraag heb ik gesteld aan docenten Nederlands werkzaam buiten Nederland en Vlaanderen. De motieven zijn heel divers. Ouders of grootouders komen uit Nederland of Vlaanderen, een vriend of vriendin
•
‘De beeldende kunst is het meest genoemde motief voor de studie Nederlands’
•
woont hier. Soms speelt een maatschappelijk oogmerk een rol, maar niet zelden is het pure interesse in de taal en cultuur. De studie van het Engels of het Duits kan het begin zijn van de belangstelling voor het Nederlands. Het wordt heel vaak als bijvak gekozen bij de studie kunstgeschiedenis, maar ook wel bij antropologie of een studie waarin Indonesië centraal staat. Soms is de nieuwsgierigheid gewekt door een boek: iemand heeft via een vertaling kennis gemaakt met Van den vos Reynaerde of het dagboek van Anne Frank, maar wil het lezen in de oorspronkelijke taal en met kennis van de cultuur.
Het meest genoemde motief voor de studie Nederlands is de beeldende kunst: van de Vlaamse primitieven tot aan Van Gogh, Mondriaan en Escher. Alles waar Nederland en Vlaanderen uitzonderlijk of avantgardistisch in waren of zijn, blijkt mondiaal de aandacht te trekken. Dat is bijvoorbeeld de verdraagzaamheid, vooral tussen calvinisten en katholieken. Het was de voortrekkersrol bij vernieuwingen in de godsdienstbeleving en de seksuele moraal in de jaren zestig. Het was de provobeweging. Het is het drugbeleid. Het is de literatuur met een openhartige en veelzijdige erotiek, maar ook de detectives van Willem-Jan van de Wetering en de kinderliteratuur van Annie M.G. Schmidt.