Nederlands in marrontalen
Kees van Doorne - Amsterdam
Marrons (bosnegers) heten de afstammelingen van de slaven die de plantages ontvluchtten. Zij leven in hechte stamverbanden in het binnenland van Suriname langs de grote rivieren. Ze namen de taal van de plantages mee, een vroege vorm van de Surinaamse creolentaal, waaruit zowel het Sranan Tongo (S.T.) als de talen van de marrons ontstaan zijn. Die taal was al geen eenheid, door de geïsoleerde ligging van de plantages en de gemêleerde samenstelling van de slavenmacht (veel of weinig nieuwkomers vanuit Afrika: ‘zoutwaternegers’). In het isolement van het oerwoud ontstonden verschillende talen (o.a. het Ndyuka, het Saramakkaans en het Kwinti). Ook de tijd speelde een rol: hoe eerder de vrijheid werd gekozen, hoe oorspronkelijker de taal die meegenomen werd en hoe meer Afrikaanse en Portugese elementen die bevatte.
Voor een groot gedeelte zijn de woorden van de marrontalen langs dezelfde lijnen gecreoliseerd als de woorden van het S.T., maar er zijn soms opmerkelijke verschillen: tussen twee opeenvolgende medeklinkers wordt vaak een klinker ingelast: woluku uit wolk in het Ndyuka. Een r wordt meestal een 1, en een 1 tussen twee gelijke klinkers ‘lost’ vaak ‘op’: kaabu uit krabben (S.T. krabu) in het Ndyuka. In het Saramakkaans lost de 1 vrijwel altijd op: léi uit leren (S.T. leri, Ndyuka leli). Soms ook blijft die 1 bewaard: gulun en dili in het Kwinti tegenover Ndyuka guun en dii uit groen en drie. In Ndyuka fense uit venster (S.T. fensre) en Saramakkaans sikifi uit schrijven (S.T. skrifi) verdwijnt de r of l spoorloos.
Typische woorden
Uit het Ndyuka:
Ndyuka # Nederlands # Sranan Tongo
beenki # blinken # brenki
mila # mier # mira
seketasi # secretaris # sekretarsi
baaki # braken # brak
pisii # plezier # prisiri
sitaafu # straf # strafu
tafaa # tafel # tafra
sukuufu # schroef # skrufu
Uit het Saramakkaans:
Saramakkaans # Nederlands # (Sranan Tongo)
kaákiti # kracht # krakti
paazóo # parasol # prasoro
fíígíf_íti # vliegveld # -
piizíi # plezier # -
sitaáfu # - straf # -
táfa # tafel # -
sukúfu # schroef # -
tánda # tand # -