ten gebak onderscheidt, worden zo nauwkeurig mogelijk aangegeven. Na de definitie volgen twee verticale parallelle lijntjes. Dat is het zogenaamde ‘hek’, een scheidingsteken. Daarachter volgen de citaten. Die citaten zijn chronologisch gerangschikt. De oudste bewijsplaats, in dit geval uit 1875, komt voorop; de jongste, in 1950 uit de pen van Carmiggelt gevloeid, sluit de rij. Ieder citaat eindigt met een aanduiding van bron en datering. In een aparte bronnenlijst staat de volledige beschrijving van de boeken en tijdschriften waaraan de citaten zijn ontleend. De gewoonte om bij de citaten dateringen te geven, vond overigens pas vanaf 1942 ingang. Daarvóór werden de citaten gerangschikt naar het geboortejaar van de auteur (minder precies dus). Bij betekenis 2) herkent men hetzelfde systeem. Er is achter het hek echter één verschil waar te nemen. Men ziet daar een aanhaling uit het woordenboek van Koenen vooropstaan, met een streepje erachter. Het WNT plaatst de definitiecitaten uit andere woordenboeken e.d. voorop en houdt die gescheiden van de andere citaten. Dat er bij betekenis 1) veel meer citaten staan, komt natuurlijk doordat deze betekenis veel gebruikelijker is. De redacteur zal de citaten altijd zoveel mogelijk in tijd en frequentie spreiden.
In een derde gedeelte van het artikel komen de afleidingen en samenstellingen aan de orde. Tompouce kent geen afleidingen, wel samenstellingen. Het woordenboek geeft voorbeelden van samenstellingen waarin het trefwoord het tweede lid is (hier: slagroomtompouce). De samenstellingen waarin het als eerste lid voorkomt,
Waar komt de uitdrukking krokodillentranen huilen vandaan? In het WNT vindt u bij het woord krokodil onder 2) de toepassing op een huichelachtige persoon. Bij de tientallen samenstellingen staan onder andere de oude varianten crocodilsgeschrei, krokediele tranen en krokodille traenen. Naast citaten van o.a. Bredero en Vondel vinden we bijvoorbeeld het volgende zeer lezenswaardige citaat:
‘Men verhaalt... van de Krokodillen, dat zij te loeren leggende, een geluid maaken, even als dat van Kinderen, die in angst zijnde, huilen of schreijen, waardoor zij veeltijds onkundigen lokken, om na de oorzaak van dat geween te zien... Hier van daan het spreekwoord, die of deeze stort Krokodilletraanen; om daer mede te betekenen, dat het geveinsde traanen zijn, die niet anders ten doelwit hebben, als om den een of den ander te bedriegen, en in het net te lokken.’
zoals in tompoucetaart, worden mét citaten in deze afdeling behandeld. Zij worden wel ‘opnoemers’ genoemd. Gaat het om een afleiding of een samenstelling die zó belangrijk is dat zij een zelfstandige behandeling in een apart artikel verdient, dan wordt verwezen naar dat zelfstandige artikel door middel van ‘(zie ald.)’.