● Verbastering
In den beginne was de oertaal. Het Kerndiets. De oertaal viel uiteen in dialecten en de dialecten verwerden tot standaardtalen. ‘De taal gaat nog steeds achteruit. Dat komt door de gemakzucht van de mensen. Ze hebben geen interesse in het verleden en bovendien spreken ze te snel. Er is geen enkel woord dat zuiver schrijftaal is. De spreektaal was er altijd eerder dan de schrijftaal, ook bij moderne woorden. Voordat het woord foto op papier stond, zijn er tientallen jaren overheen gegaan. Er staat een man aan de poort van de kazerne en die maakt foto's van soldaten: “Voor thuis! Voor thuis, voor-thuis, voorthoes, vottoes, votoes, foto's.”
‘Teacher: dietsheer. Neerlands dietsheer was het, dat is nou neerlandici. Vroeger had je bouwheren: bouwheer, bouwer, boer. De Duitsers zeggen Bauer, dus die hebben in dit geval de zuivere uitspraak bewaard. Ik geef ook punten. De Nederlandse taal is met 75% het zuiverst, dan komt het Hoogduits, 60%. Dan komt het Engels, het Zweeds, en zo ga je door. De Nederlandse taal is een plons in het water, en daaromheen ontstaan kringen. Hoe verder je van ons taalgebied weggaat, hoe onduidelijker de kringen.’
De ober brengt ons twee pils en een tosti. ‘Kijk,’ zegt de etymoloog, zijn tosti in de ketchup dopend, ‘dit is ketchup: ketsjup, ketsjap, katsjap, katsap, koud sap.’ En met een Amerikaanse drawl: ‘Ketchààhwp. Dat is Amerikaans, daar blijft nog minder van over.’
Het Kerndiets was dus de oertaal. Maar wie spraken die taal dan? ‘De mens heeft zich eeuwenlang rondzwervend gedragen. Toen zijn de mensen gaan staan. Het centrum van zo'n gebied, waar de kost gehaald werd, waren de kastelen (de kost halen). En hier, in het westen, zijn de meeste steden gebouwd.’
Stonden de oudste steden niet in het Midden-Oosten? Hietbrink schudt zijn hoofd. ‘De wetenschap heeft het maar over het IJzertijdperk, het Bronstijdperk, het Stenen tijdperk... Nee, vriend, er is een tijdperk ouder dan alle tijden: het Houttijdperk. Dat is totáál overgeslagen,
lees verder op pagina 104