‘Ik krijg mijn moeder te eten’?!
Chawa Aronson - Hilversum
Als buitenlander (geboren in Duitsland en opgegroeid in Israël) stuitte ik in Nederland op vreemde gewoonten. Wereldberoemd is de koekjestrommel die, na het aanbieden van één koekje, weer dichtgaat. Dat wijst op zuinigheid.
De taal is voor een buitenlander ook wel eens verbazingwekkend. Als je met een Nederlander in gesprek komt, gaat het eerst uitvoerig over het weer. De Engelsen en de Nederlanders zijn kampioen op dat gebied. Ik lijd nogal onder het weer hier. Niet vanwege de kou, maar door de lift in het hoge flatgebouw waar ik woon. Iedere keer gebeurt het weer: dat eindeloze gepraat over het weer in de lift. Toen ik nog maar net in Nederland woonde, vroeg een buurvrouw me om haar bezoek naar het station te brengen. De man stapte in mijn auto, gaf me een hand en zei ‘Mooi weer!’ ‘Aronson’, zei ik.
Ook Nederlandse uitdrukkingen kunnen menige buitenlander in verwarring brengen. Zo werd mij, toen ik hier net was, op straat tot mijn grote verbazing gevraagd: ‘Bent u hier bekend, mevrouw?’ ‘Nog niet’, antwoordde ik.
Al begrijp je een uitdrukking, soms klinkt die toch uiterst merkwaardig. De gekste vind ik: ‘Ik krijg vanavond mijn moeder te eten’. Rare oplossing voor een moederdochter-conflict. Helemaal wreed wordt het in ‘We krijgen vanavond de kinderen te eten’.
Nóg een vreemde over eten. Je hoort een Nederlandse vrouw vaak zeggen - ook al is zij moeder van veel kinderen - ‘Ik eet vanavond...’ En de anderen dan? Of: ‘Ik eet vanavond bloemkool’. Alleen bloemkool? Inmiddels weet ik dat men - vroeger in elk geval - elke dag aardappelen, vlees en groente at, waarbij alleen de groente varieerde.
Heb je uitsluitend vriendinnen op bezoek, en gaat er ééntje weg, dan roept zij: ‘Dag jongens!’ Geen jongen te bekennen!
Uitdrukkingen met getallen zijn voor buitenlanders ook buitengewoon verwarrend. Vraagt de slager ‘Een stuk van een ons of acht?’ Mij leek dat nogal een verschil, één ons of acht!
Maar ik zal niet alleen om jullie lachen. Nederlandse vrienden lachten ook om mijn fouten. Sommige vreemde uitdrukkingen die ik produceerde, worden door hen tot op de dag van vandaag nog gebruikt:
Dat staat buiten kuifje
Met twee maatjes meten
Zij kan er niet aan tippelen
Met de vijand huilen
Even een Friese neus halen
Gênant was het wel toen ik de toiletmevrouw in Café American in Amsterdam met haar handen scherven zag opruimen, en - tot grote schrik van mijn vriendin - aan haar vroeg: ‘Mevrouw, heeft u geen borsten?’