Geslacht in de benaming
J.G. Nolst Trenité - Velsen
Voor een aantal dieren - huisdieren, rijdieren, vee, bejaagd wild - kent de taal aparte benamingen voor de geslachten of voor een van de geslachten, bijvoorbeeld: paard/merrie/ hengst; koe/stier. De huidige stadsmens is geneigd deze fraaie differentiate te miskennen, er geen behoefte aan te hebben en indien hij er incidenteel wél behoefte aan heeft zich van het voorvoegsel vrouwtjes of mannetjes- te bedienen. Het verdient echter de voorkeur onze rijke taal de eer aan te doen die haar toekomt.
Ten aanzien van de mens ligt de kwestie van de geslachtsaanduiding veel gecompliceerder. De taal biedt de mogelijkheid bij tal van beroepen, functies en situaties het geslacht van de betrokkene kenbaar te maken, bijvoorbeeld in conducteur/conductrice; voorzitter/voorzitster; weduwnaar/weduwe. Zulks meestal door verandering of toevoeging van een achtervoegsel of uitgang.
Dit zou geen problemen behoeven te geven, ware het niet dat, historisch gezien, de maatschappelijke status van de vrouw lager is dan die van de man, hetgeen in het bijzonder in de arbeidssituatie tot uiting komt. Het kenbaar maken van het geslacht in de functiebenaming betekent daardoor automatisch een diskwalificatie in kennis, bekwaamheid of bevoegdheid, althans voor wie dat zo aanvoelt. Per beroep en per functie ligt dit bovendien verschillend, vergelijk secretaris/secretaresse met koning/koningin. Veel geëmancipeerde of zich geëmancipeerd voelende dames wensen daarom niet meer met de vrouwelijke vorm aangeduid te worden. In het eerste geval terecht. Deze opvatting wint de laatste decennia veld. In personeelsadvertenties plaatst men daarom tegenwoordig achter de functiebenaming m/v, en is men daarmee, in dat geval, van het probleem af.
Het verdient de voorkeur, gegeven de maatschappelijke ontwikkeling, slechts de mannelijke vorm te gebruiken, tenzij het aanduiden van het geslacht in de gegeven context van belang is. Men kan dit, met meer nadruk, ook doen door een bijvoeglijk naamwoord vóór de functie te plaatsen: vrouwelijke/mannelijke. Vergelijk: vrouwelijke directeur met directrice.
Er zijn uitzonderingen: secretaresse, daar waar deze functie een wezenlijk andere is dan die van secretaris. Voorts: koningin, in het maatschappelijk verkeer, en koning (ook) in staatsrechtelijke zin. Verder: hertogin, gravin, barones, jonkvrouw, hofdame, moederoverste, non, waarzegster, weduwe, gezelschapsdame, stewardess, pleegmoeder, straatmeid, maîtresse, en andere.