De schakelwagen
Drs. Anth. J. van Wolferen - Doorn
Er is een verzameling woorden die om de een of andere reden luidkeels tot mijn verbeelding spreken. Ik geef drie voorbeelden:
- | Ik zou nooit in een schakelwagen willen rijden. |
- | Toen zijn we toch maar naar een textielcamping gegaan. |
- | Onze boeken zijn nu eenmaal veel volumineuzer dan die in zwartschrift. |
Uit bovenstaande zinnen blijkt dat de sprekers niet erg vertrouwd zijn met het gebruik van datgene wat ze met het vetgedrukte woord aanduiden. Immers, de eerste rijdt geen gewone auto, maar een met automatische versnellingsbak; nummer twee bezoekt bij voorkeur geen gewone campings maar naturistenterreinen, en de derde hanteert geen gewone boeken maar gebrailleerde edities. Alle drie gebruiken ze een bijzonder woord voor datgene wat buiten hun groep het gewone is.
Voor dit soort woorden, die ik wil typeren als ‘het speciale woord voor het algemene ding’, zou ik de term idiocenismen willen voorstellen (idios ‘speciaal’ en koinos ‘algemeen’; mooi potjeslatijn is meestal Grieks). Mijn definitie luidt: idiocenismen zijn termen die voor een algemeen gangbare zaak worden gebruikt in de groepstaal van een groep waarbinnen deze zaak niet algemeen gangbaar is.
Ik geef nog wat voorbeelden, het ene wat sterker dan het andere:
- | akoestische gitaar (gewone gitaar, niet elektrisch) |
- | burgerkleding (gewone kleding, geen uniform) |
- | allopatische medicijnen (gewone medicijnen, niet homeopathisch) |
- | analoge horloges (gewone horloges, niet digitaal) |
Er moeten er nog veel meer zijn, vooral in allerlei groepstalen die ik niet ken. Ik nodig lezers van Onze Taal dan ook van harte uit om hun bekende gevallen via dit blad aan mij door te geven.
Overigens zou ik het meest gebaat zijn bij een reactie waarin mij fijntjes gewezen wordt op de overbodigheid van deze bijdrage, omdat iemand anders al eens hierover begonnen is. Want dat is mij dan helaas ontgaan.