● Gebruiksverschillen
Welke pragmatische bijwoorden bestaan er zoal? Aniba noemt toch, eens, even, nou, wel, nog, dus. Ik vul aan: al, pas, ook, trouwens, eigenlijk, immers, dan, zeg, hoor, en niet te vergeten maar. Het intuïtieve criterium dat ik daarbij gebruik is: heeft het woordje invloed op de inhoud van de uiting, doet het mee aan de beschrijving van de werkelijkheid of niet? Met Ik ga maar naar huis wordt hetzelfde weergegeven als met Ik ga naar huis. Vandaar dat ik maar in mijn lijstje opneem. Ook een woord als niet komt in aanmerking voor het lijstje: Is dat niet de broer van Piet? vraagt naar hetzelfde als Is dat de broer van Piet?
Het verraderlijke van mijn criterium is wel dat sommige van deze woorden in een bepaald gebruik toch een bijdrage leveren aan de beschrijvende inhoud van de zin. In Waarom doe je dat nú/noú? (straks hebben we nog tijd genoeg) draagt nu/nou wel bij aan de bevraagde inhoud, terwijl dat in Waarom dóe je dat nou! niet het geval is.
In taalkundig onderzoek bestaat verschil van mening over de vraag hoe de betekenissen van dergelijke inhoudelijke en niet-inhoudelijke gebruikswijzen van een zelfde woord zich tot elkaar verhouden. Gaat het om gebruikswijzen van één ‘grondbetekenis’? Is in de pragmatische gebruikswijze de inhoudelijke beteke-