● Verlanglijstje
En de journalisten, puzzelaars, taalliefhebbers, columnisten en schrijvers, wat hebben zij aan dit Groot Synoniemenwoordenboek?
Het lijkt me onrechtvaardig om bij een eerste editie al te vallen over details. Op een woordenboek van 1240 pagina's valt altijd wel wat te vitten. Bijvoorbeeld: waarom wordt briefomslag niet met een label onderscheiden van envelop? Waarom wel soorten kaas genoemd en geen soorten worst? Wordt kankerstok niet vaker schertsend gebruikt dan pejoratief (in ongunstige zin)? Waarom staat wollig in het rijtje bedekt, verkapt, in bedekte termen en niet bij vaag en breedsprakig? Bedekte termen worden met opzet gekozen, terwijl wolligheid een kwestie van onvermogen is.
Belangrijk is de aanduiding van de gebruikswaarde van de opgenomen woorden. Verschillen aangeven tussen verwante woorden is een hachelijke taak. Riemer Reinsma deed het voor 7.500 woorden in zijn Verklarend synoniemenwoordenboek, maar ook die toelichting, veel uitvoeriger dan in Van Dale, is vaak te beknopt.
De labels aan de synoniemen en de korte aanduidingen waarmee de hyperoniemen van het trefwoord zijn onderscheiden, stellen vaak teleur. Niet iedereen zal weten dat een rozenhoedje een gebed is ‘bestaande uit een derde van de rozenkrans’, maar dat geweerkogel zich van kogel onderscheidt doordat de eerste ‘uit een geweer’ komt, wie zal het zich afvragen? Andere aanduidingen zijn te vaag: om proletarisch winkelen te pas te kunnen gebruiken, moet je meer weten dan dat dat ‘stelen, en wel uit winkels’ betekent. En wanneer kun je oneindig, eindeloos en grenzeloos gebruiken? Van Dale vertelt het niet.
Ik besef dat uitgebreider commentaar het woordenboek vele malen zo dik zou maken. Toch blijft het jammer. En nu ik toch aan mijn verlanglijstje bezig ben: wanneer komt er een synoniemenwoordenboek dat de lezer juist afraadt kroost te gebruiken of andere opgelegde leukigheid, zoals de inwendige mens versterken, gemeentepils en met de benenwagen? Of een synoniemenwoordenboek dat ook plaats- en persoonsnamen bevat: Leiden, de sleutelstad; Shakespeare, de Zwaan van de Avon?
Genoeg kritiek: dit Groot Synoniemenwoordenboek is al een enorme stap in de goede richting. Het bevat een ruime, toegankelijk gepresenteerde keuze uit het hedendaags Nederlands, compleet met aanwijzingen voor het gebruik van de woorden. Daardoor is het een nuttig instrument voor tekstschrijvers, vertalers en andere professionele tekstproducenten en kan het aankomende schrijvers leren hun woorden te wegen. Wie anders beweert is een kniesoor. Of een kribbebijter. Of een zuurpruim.
Groot woordenboek van Synoniemen en andere betekenisverwante woorden. Redactie P.G.J. van Sterkenburg, M.C. van Dalen, M.J.M. Hooyman en M.E. Verburg. Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpen, 1991.1240 blz. Prijs f 150,-. ISBN 90 6648 303 2