Cursiveren van vreemde woorden
Nicoline van der Sijs - redacteur, Utrecht
Vreemde woorden worden vaak cursief gezet om de lezer erop te attenderen dat het een vreemd woord betreft. Een voorbeeld dat tegenwoordig veelvuldig de krant haalt, is djihaad (ook anders gespeld, maar daarover gaat dit stukje niet). Er is echter geen eenheid in cursivering: we vinden (soms in een en dezelfde krant) ayatollah, perestrojka naast ayatollah, perestrojka. Ook in boeken worden verschillende systemen gehanteerd. Er zijn uitgevers die een vreemd woord als regel alléén de eerste keer dat het voorkomt cursiveren. Anderen daarentegen zetten vreemde woorden altijd cursief - of nooit.
Welke woorden moeten gecursiveerd worden? Richtlijnen hiervoor worden noch in de Schrijfwijzer van Jan Renkema, noch in het Groene Boekje gegeven. Hieronder zal ik beschrijven welke regels ik hanteer. Natuurlijk zijn ze aanvechtbaar.
Om te beginnen moeten we een onderscheid maken tussen vreemde woorden en bastaardwoorden. Vreemde woorden zijn woorden die onveranderd uit een andere taal zijn overgenomen, zoals alibi, meeting, thriller. Bastaardwoorden zijn in uitspraak en meestal ook in spelling aangepast aan het Nederlands; voorbeelden zijn: chocolade, genie, sociëteit.
Bastaardwoorden worden nooit gecursiveerd. De problemen zitten bij de vreemde woorden. De extreemste opvatting die ik ben tegengekomen, is dat álle vreemde woorden gecursiveerd worden. Dit zou echter inhouden dat woorden als agenda, datum en pagina cursief gezet worden; weinig mensen zullen zó ver willen gaan. Zelf ben ik van mening dat cursieve woorden bij het lezen afleiden, dus zo veel mogelijk beperkt moeten worden.
Bij de keuze ‘cursief of niet’ ga ik in eerste instantie uit van de bekendheid van een woord: een woord dat algemeen bekend is (zoals pagina, agenda), behoeft niet te worden gecursiveerd.
Ik beschouw een woord als algemeen bekend als:
1 | het is opgenomen in een groot, algemeen woordenboek (bedenk daarbij dat een woordenboek per definitie achterloopt; en als een lezer het woord niet kent, kan hij het vinden in het woordenboek!); ook uitdrukkingen als a fortiori, en détail en nolens volens zult u daar aantreffen; |
2 | het vaak vermeld wordt in de media; |
3 | het in enig opzicht aan het Nederlands is aangepast. Deze aanpassing kan op de volgende punten plaatsvinden:
- | in spelling, accent of uitspraak (zoals boven al vermeld: dan is het woord bastaardwoord geworden; voorbeelden zijn formidabel, naïviteit); |
- | in morfologie: de vorming van een Nederlands(e) meervoud (komma's, cactussen), verkleinvorm (dineetje, clicheetje), vervoeging (checkte, gecheckt), comparatief en/of superlatief (cleverder; interessanter, interessantst); |
- | in de vorming van een afleiding of een samenstelling met het vreemde woord (ad-hoc-oplossing, efficiencybeurs, high-techbedrijf). |
|
Ten slotte: Sommige kranten en tijdschriften zetten vreemde woorden niet cursief, maar plaatsen ze tussen aanhalingstekens. Ik vermoed dat dit een praktische oorzaak heeft: niet alle zetsystemen kunnen cursivering gemakkelijk aan. Toch vind ik dat aanhalingstekens gereserveerd moeten worden voor geciteerde begrippen of ‘zogenaamd’. Voorbeelden van het gebruik van aanhalingstekens:
- | In dit werk analyseert Habermas het begrip ‘Öffentlichkeit’. |
- | We kunnen dit verklaren in meer ‘verstehende’ zin. |
Als cursivering niet mogelijk is, kunnen de vreemde woorden onderstreept worden. Cursivering wordt natuurlijk ook gebruikt ter aanduiding van besproken woorden (de zogenoemde ‘zelfnoemfunctie’), zoals in dit artikeltje, of om veel nadruk op een woord te leggen.
Concluderend zou ik willen pleiten voor richtlijnen ten aanzien van de weergave van vreemde woorden, en voor meer uniformiteit hierin. Gaarne ontvang ik reacties op dit stukje.