● De beekmans
Bovendien bleek de cursus hartstikke (excuses, taalminnaars!) on-Nederlands te zijn. Hij begon met ene familie Beekman: ‘Meneer Beekman is de vader. Mevrouw Beekman is de moeder. Zij zijn man en vrouw. [...] Mevrouw Beekman zorgt voor het hele gezin en het huis.’ Niets dus over ‘Meneer Beekman heeft een vriend. Zijn zoon heeft een LAT-relatie met de schooljuf. De dochter zit in een praatgroep voor Bewust Ongehuwde Moeders.’ Natuurlijk ging het in eerste instantie om het aanleren van de taal, maar de buitentalige werkelijkheid is voor iemand die geen kunstmatig brouwsel maar levend Nederlands wil leren spreken, bijzonder belangrijk.
Ik heb de Beekmans dan ook snel als een baksteen laten vallen. Wat er overbleef was de omgeving, maar die kon mij de beginselen van het Nederlands niet bijbrengen. Levend Nederlands, waar vind je dat?
Ik probeerde het via de televisie. Daar keek ik graag naar. Naar Sonja, die Beekman allang vaarwel had gezegd en hooguit geïnteresseerd was in zijn relatie met de teddybeer, liefst die van zijn dochter, want dan kon je ten minste ook nog het woord incest in de mond nemen. Nee, dat was het dus ook niet.
Ik zocht en ik vond. De reclame. Met al haar wasmiddelen, gelukkige, dik tevreden poezen die in hun beste Nederlands miauwden, blaffende honden die niet beten, en uitvaartpolissen die niets met ruimtevaart te maken bleken te hebben, zoals ik in den beginne dacht. De reclame heeft mij de in het Nederlands gebruikelijke zinsconstructies bijgebracht, het meest levend Nederlands laten horen. De rest moest ik zelf doen. Alle eer dus voor de Nederlandse reclame.