Tussen alfa en bèta
Martin de Koning
Ik ben weer technisch bezig geweest en heb vloekend van frustratie aan Robert Pirsig, Rudy Kousbroek en C.P. Snow lopen denken. Zowel in Zen and the art of motorcycle maintenance als in Einsteins poppenhuis en The two cultures maken de heren zich woedend over stomme alfa's die niets van techniek begrijpen en daar nog trots op zijn ook. Ze hebben beslist gelijk, maar het is maar de helft van de waarheid. De andere helft is leugen of onwetendheid. Deze heren schrijven niet alleen over de wonderen der techniek, ze hebben klaarblijkelijk ook zulke gouden handjes dat er nooit gesprekken met een loodgieter, verwarmingsmonteur of automecanicien nodig zijn. Ze doen waarschijnlijk alles zelf. Maar als je, zoals ik, wel bent aangewezen op de hulp van deze techneuten, dan komen de wonderen der techniek in een iets ander daglicht te staan.
Voor de bèta-lezer die mij nu al herkend heeft als de stomme alfa die ik misschien wel ben, nog even dit: dat halve gelijk van bovengenoemde heren is een gelijk van het grootste gewicht. Ik ken genoeg letterenfreaks die prat gaan op hun twee linkerhanden, maar ik wil er zelf niet toe gerekend worden! Hoewel ik van aanleg zeer ontechnisch ben (dat bestaat, geloof me) en ontsproten ben aan een gezin waar voor een spijker in de muur de timmerman werd geroepen, weet ik wél hoe je een snoer aan een stekker zet, batterijen ineen transistor doet en hoe de thermostaat werkt. En hoewel ik technische reparaties altijd grommend verricht (linkerhanden, die bestaan ook, geloof me), verricht ik ze wel. En dat iemand voor zijn plezier oldtimers uit elkaar sleutelt, kan ik goed begrijpen. En dat ik jaloers ben op dat soort hobby's is ook nog waar.
Maar mijn ergernis is de andere helft van de waarheid: als ík dan mijn best doe om een technisch verhaal te volgen, tot hoofdpijn krijgens toe, (technisch leesblind, dat bestaat ook echt), waarom doen die techneuten dan niet hun best zich begrijpelijk uit te drukken?!
Ik heb geprobeerd, met de instructie in de hand, mijn cv-installatie bij te vullen.
Stap 1: ‘Het bijvullen en ontluchten geschiedt alleen als alle radiatorkranen open staan.’ Goed, dat geschiedt daar stappen we overheen. Technici hebben nu eenmaal een merkwaardige voorkeur voor archaïsch taalgebruik en naamwoordstijl, net als economen en politici. En dat het niet geschiedt, maar behoort te geschieden moet zijn, ach... Niet alleen techniek is moeilijk, taal kennelijk ook. Alle radiatorkranen open dus.
Stap 2: ‘Het bijvullen geschiedt alleen bij een watertemperatuur van maximaal 50 graden C op de manothermometer.’ Doen we. Snappen we.
Stap 3: ‘Men monteert eerst de vulslang aan de tapkraan met slangwartel en het andere eind aan de vul- en aftapkraan (wartel niet aangedraaid). Slang eerst voorzichtig vol laten lopen met water; nu wartel aandraaien.’
Hè? Wat? Een vulslang heb ik gekregen, maar wat is een slangwartel? Wel eens van een tekening gehoord, heren? Zo'n schetsje van zo'n slang, van de ene kraan naar de andere, inclusief slangwartel uiteraard.
Stap 4: ‘Zet de sleutel van de vul- en aftapkraan in het verlengde van de slang, dus open.’ Hoe doe je dat, een sleutel openzetten? Waarna stap 4 eindigt met: ‘Bijvullen totdat de wijzerweerop 1 1/2 ato staat (De installatie moet dan geheel ontlucht zijn.)’ Ontlucht hij zich dan geheel vanzelf? Dat moet per radiator, dacht ik. Daar was dat kleine sleuteltje toch voor?
Ik deed m'n best, holde zenuwachtig heen en weer tussen het washok, waar ‘de tapkraan’ en ‘de vul- en aftapkraan’ zitten, en de keuken, waar de ketel staat. Je bent al gauw bang dat je er te veel water in doet en dat de zaak naar de knoppen gaat. Alfa, nietwaar? Wel, om kort te gaan: het water ging er keurig in, maar de drukmeter ging niet omhoog. De firma - waarvan ik de naam hier niet zal noemen (ze moeten nog langskomen) - gaf me een telefonische instructie die aanmerkelijk afweek van het verhaal in de handleiding, maar ook dat mocht niet baten.
C.P. Snow's Two cultures bestaan echt, zeker. En die analfabete alfa's zijn belachelijke snobs in een technische wereld. Maar de bèta's op hun beurt zouden zich wel eens mogen verdiepen in softe vaardigheden als voorkennis, doel en publieksgerichtheid. Het geeft toch te denken dat - om een ander voorbeeld te noemen - tachtig procent van de videorecorders alleen wordt gebruikt voor het afspelen van banden, terwijl veel mensen ook graag zouden willen opnemen. Maar ja, ze snappen de handleiding niet.
Vroeger had je - ik weet niet of dat nog voorkomt - knappe koppen die gymnasium alfa en bèta tegelijk deden. Stimuleert u dat vooral, docentenkorps! Ook op een wat lager niveau. Leer ze niet alleen hoe het technisch zit, leer ze vooral ook dat onhandige anakoloetische gestamel af als ze moeten uitleggen hoe het zit. Leid bemiddelaars op tussen twee culturen. We hebben ze bitter nodig. Ik wel in ieder geval.