● Bestaande kennis
Stof over het koppelteken is er genoeg. Het Groene Boekje, Van Dale, de Algemene Nederlandse Spraakkunst, Nederlandse norm NEN 5050 (‘Goed woordgebruik in bedrijf en techniek’), alle wijden wel een paragraaf aan het koppelteken. Ook in Onze Taal zijn de perikelen rond het koppelteken al eens aan de orde geweest (zie o.a. het artikel ‘Aaneen, koppelteken of spatie? Samenstellingen in computerterminologie’ van dr. Michael Hinderdael, juli/aug. 1988).
Helaas geeft niemand vaste regels die altíjd van toepassing zijn. Het Groene Boekje schrijft in een aantal gevallen het koppelteken voor, zoals ‘in samenstellingen met letters, lettercombinaties, cijfers en andere tekens’. Verder ‘in enigszins ongewone, geconstrueerd aandoende samenstellingen en andere formaties; voorts in het algemeen ter verduidelijking van de bouw van het woord of ter voorkoming van misleidende of zonderlinge spellingbeelden’. Met de laatste uitspraak kun je alle kanten op. Wanneer doet een samenstelling nu geconstrueerd aan, en wanneer is het normaal? Dat is sterk afhankelijk van degene die het woord ziet. Hinderdael concludeert dat in veel gevallen kan worden volstaan met het aaneenschrijven van woorden. Door anderen wordt de regel gehanteerd dat een koppelteken gebruikt dient te worden als scheiding tussen een Nederlands en een niet-Nederlands woord.