● Nederlandse literatuur
Ik ga er dus van uit dat het Nederlands in de loop van de komende eeuw een streektaal zal worden en misschien wel - omdat alle ontwikkelingen altijd sneller gaan dan we denken - een dode taal, die alleen nog in geschrifte zal voortbestaan. Vaak hoor je als neerlandicus dan de tegenwerping: maar de Nederlandse literatuur dan! Denk eens aan Vondel of J.H. Leopold!
Natuurlijk zijn dat grote dichters geweest en hun werken zullen ongemoeid voortleven, zeg ik dan. Net als de meesterwerken in andere, niet meer gesproken talen zal hun poëzie blijvend gelezen en bestudeerd worden door kenners en liefhebbers. De situatie zal dus niet zo heel veel anders zijn dan nu, want ook vandaag de dag leven onze grootste schrijvers uit het verleden alleen voor een kleine groep van insiders en specialisten. Maar Couperus dan en Mulisch en Hermans?!... Hun werk zal net als dat van Sofokles, Shakespeare, Dante en Andersen tot het Europese erfgoed blijven behoren en, in het Intereuropees vertaald, voor dat kolossale taalgebied van honderden miljoenen lezers beschikbaar komen. Voor de literaire talenten onder onze nazaten is die enorme markt als grootse uitdaging rechtstreeks toegankelijk. Net als belangrijke Engelstalige auteurs kan men dan door één bestseller wereldberoemd en steenrijk worden. Het is achteraf bezien voor de grote Nederlandse schrijvers - een Vestdijk, een Achterberg - tragisch dat ze door de enge grenzen van ons taalgebied niet de faam hebben kunnen verwerven waartoe ze door hun creatieve aanleg waren voorbestemd.
Alles bijeengenomen geloof ik dat we ons moeten verheugen op de grenzeloze nieuwe groeikansen die onze kindskinderen in een grenzenloos Europa van de toekomst op cultureel terrein geboden zullen worden.