● Andere kleine talen
Hoewel geen professionele linguïst, wil ik die ontbrekende pijler graag aandragen. Een paar voorbeelden.
• De indianentaal Quechua, die - 400 jaar nadat de Inca's werden verslagen door de Spanjaarden - nog steeds wordt gesproken en geschreven, en die nu de tweede officiële taal van Peru is; er wordt in gepubliceerd en er zijn officiële documenten in verkrijgbaar.
• In de Baltische staten (Estland, Letland, Litouwen) wordt, na decennia van onderdrukking en gedwongen integratie in de Sovjet-Unie, de eigen taal nog steeds gebruikt als voertaal - zelfs nadat jarenlang een groot deel van de bevolking uit Russen heeft bestaan.
• Het Catalaans, evenals het Baskisch, in Spanje tijdens de gehele Franco-periode beknot, ja verboden, heeft nu in het kader van een sterke bestuurlijke regionalisatie zijn plaats herkregen. Officiële documenten worden in Catalonië in het Catalaans gesteld. Iedereen spreekt en schrijft óók Spaans (Castiliaans), maar het Catalaans blijft een eigen taal.
• In Noorwegen is in de loop van een jaar of twintig het Landsmål (met wat fantasie te beschouwen als een soort ‘Fries van Noorwegen’) via agressieve acties en wetgeving vrijwel op gelijke voet gekomen met de vroeger belangrijkste taal, het Riksmål. Wie eraan twijfelt, kope een Noorse postzegel; hij zal er de naam van het land in twee talen op kunnen lezen, namelijk Norge en Noreg.
De hier gegeven opsomming kan zonder twijfel met vele andere voorbeelden worden uitgebreid, zoals met het Baskisch in Frankrijk, het Spaans in de VS en het Tibetaans in Tibet. Wat ik wil aantonen, is dat er geen sprake is van een tendens, onstuitbare ontwikkeling of maalstroom waardoor kleinere talen zouden verdwijnen. Integendeel, veel kleine talen hebben zelfs eeuwen van onderdrukking door een centralistische staat overleefd. Nu er in veel landen een sterke neiging bestaat tot regionalisatie en overhevelen van bestuurlijke autonomie naar lagere overheden, worden de kansen voor kleinere talen alleen maar nóg groter. Mijn stelling is dat het tij juist gunstig is voor kleinere talen, waaronder ook zeker het Nederlands als taal van 21 miljoen mensen, mits het desbetreffende volk zich er ook voor inzet. En daarin zit hem, vrees ik, het probleem.