● Woord is dubbelzinnig
Deze ongerijmdheid is op twee manieren op te lossen. De eerste is: het woord woord is dubbelzinnig. In de ene betekenis heeft het dan betrekking op iets dat in geschreven vorm tussen wit staat, in de andere betekenis op een begrip. Wat een begrip ook is: het is niet iets taligs. Het is juist iets dat in taal wordt uitgedrukt: het is een inhoud die een talige vorm krijgt. Zo wordt het mogelijk de drie woorden een mooi resultaat te zien als de uitdrukking van één begrip.
Dat zou dan ook gelden voor een zin als ‘Lubbers' machtswoord was beslissend’. Om ervan uit te gaan dat Lubbers maar één woord zal hebben gesproken, gaat wat ver, zoals wij allen weten. Zelfs ‘Ik doe het niet’ geldt als een machtswoord.
Een tweede manier om de ongerijmdheid op te lossen, is aan te nemen dat intonatie en accentuering een beslissende rol spelen. Als sterke nadruk wordt weergegeven met vet, moeten we dus lezen: ‘In één woord, een mooi resultaat’, of zelfs: ‘In één woord, het was prachtig’. De intonatie stuurt dan de hoorder vanzelf naar dat ene woord dat de spreker samenvattend wil gebruiken en accent geeft.
De nadruk-oplossing lijkt op het eerste gezicht wel plausibel, maar ik ben toch niet direct overtuigd. De nadruk zou in ‘In één woord, niet te geloven’ moeten vallen op niet, eerder dan op geloven. Er zou dus een ingewikkelder intonatievorm moeten worden gevonden, bijvoorbeeld niet te geloven. Maar hier hebben we weer drie woorden.
Voor de eerste optie, namelijk: woord = begrip, pleit wellicht dat niet te geloven synoniem is met ongelooflijk, dat weer één woord (in de zin van ‘voorafgegaan en gevolgd door wit’) is. Dat een woord (ongelooflijk) dezelfde betekenis kan hebben als drie woorden (niet tegeloven), kan worden gezien als ondersteuning voor de stelling dat niet te geloven één woord (= begrip) is.