S of z in meervoud
W. Sterenborg
In gesproken taal komen vormen als kanzen vaak voor. Hier zal wel sprake zijn van hypercorrectie: sprekers die zich ervan bewust zijn dat zij van huis uit een z gemakkelijk verscherpen (son, see), hebben de neiging om behalve de bewuste z'en ook s'en stemhebbend (d.w.z. als z) uit te spreken.
Er zijn echter ook mensen die bij het schrijven twijfelen als ze het meervoud van woorden als kans, wens, kruis, hals, pluis nodig hebben. In zulke gevallen kan men steun zoeken bij het werkwoord dat van zo'n zelfstandig naamwoord afgeleid is: de s van werkwoorden als herkansen, verwensen, doorkruisen, opeisen, platwalsen, afpersen, binnenloodsen en ronddansen hoort ook thuis in de meervoudige zelfstandige naamwoorden: kansen, wensen, kruisen, eisen, walsen, persen, loodsen en dansen.
Zo komt de z van reikhalzen, begrenzen, verwezen, aanprijzen, afprijzen, afreizen, verpozen, rondneuzen en uitpluizen ook voor in de meervoudige zelfstandige naamwoorden: halzen, grenzen, wezen, prijzen, reizen, pozen, neuzen en pluizen.
Overigens kan men soms twijfel uitbannen met de wetenschap dat zo'n lettergreep -zen alleen maar mogelijk is na een I, m, n, r of klinker.