Weg der!
Van ‘Edel Mogende Heeren’ sinds 1814 werden onze volksvertegenwoordigers in de aanhef van de Troonrede in februari 1849 ‘Mijne Heeren, de Leden van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal’. In de rede die koning Willem III bij zijn inhuldiging in mei van dat jaar uitsprak was dat vereenvoudigd tot ‘Mijne Heeren, Leden der Staten-Generaal’. En de eerste Troonrede van deze koning begon simpel met ‘Mijne Heeren’. In 1849 waren de Staten-Generaal dan ook voor het eerst op een voor toenmalige begrippen zeer democratische wijze gekozen.
Veel democratischer werd de toestand in 1918: algemeen kiesrecht, voorlopig alleen voor mannen, maar vrouwen konden wel gekozen worden. Dit laatste is in 1918 met één vrouw gebeurd. Het ‘Mijne Heeren’ klopte dus niet meer. Van toen af werden de Kamers in de Troonrede aangesproken met ‘Leden der Staten-Generaal’.
Van toen af tot en met verleden jaar. Want vandaag bleek de Troonrede te hebben afgerekend met de oude genitief. Vandaag begon de Koningin met ‘Leden van de Staten-Generaal’.
N.R.C. 16-9-1969