Hof van cassatie
In het stukje ‘Motivering en motivatie’ (Onze Taal Nr. 8, augustus 1969) staat een uittreksel uit de Algemene Winkler Prins, uitgave 1958, waarin we lezen: ‘In burgerlijk-rechterlijke zaken wordt arrest van het Hof in cassatie (in Belg. Hof van Verbreking) bij afwezigheid van M. of onbegrijpelijke M. wegens vormverzuim vernietigd’.
Teneinde misverstand te voorkomen is het nuttig dat uw lezers zouden weten dat in de rechtsgeldige Nederlandse tekst van het Belgisch Wetboek van Strafvordering en van het Belgisch Gerechtelijk Wetboek, die na 1958 is verschenen, uitsluitend de benaming Hof van Cassatie voorkomt verder ook beroep in cassatie, eis tot cassatie, cassatiemiddel enz.
Dit is in overeenstemming met de opvatting van de Commissie die werd belast met de voorbereiding van de Nederlandse tekst van de Grondwet, de wetboeken en de voornaamste wetten en besluiten, die in de toelichting bij de Nederlandse tekst van de Belgische Grondwet het volgende schrijft:
‘Dat de Nederlandse rechtstaal in België en in Nederland één dient te zijn vloeit reeds voort uit de taaleenheid van het Nederlands sprekende volk in Noord en Zuid. Voor de rechtstaal, gezien als technische taal, is zulks des te meer noodzakelijk, omdat het gebruik van twee uitdrukkingen voor een zelfde begrip misverstand en verwarring kan teweegbrengen. Er zal wel niemand meer worden gevonden die nog zou beweren, dat het Vlaamse volk behoefte heeft aan een eigen rechtstaal, verschillend van de Nederlandse’.
J. Verhasselt, Brussel.