De zorgvuldige wetgever
In het juni/julinummer van uw maandblad las ik op de achterpagina een korte notitie over een (veronderstelde) taalfout in de wet van 1 juli 1968 betreffende het vervoer over land van gevaarlijke stoffen. U verwijst daarbij naar een bericht in de Haagsche Courant van 19 maart 1969.
Het is u blijkbaar niet bekend dat deze geschiedenis inmiddels een vervolg heeft gehad: Tezamen met de heer Nederhorst heeft de heer Jongeling op 20 maart 1969 over deze veronderstelde fout schriftelijke vragen gesteld aan Staatssecretaris Keijzer. Toen was inmiddel al komen vast te staan dat het betreffende stuk (een bijlage bij een algemene maatregel van bestuur, en geen wet) in ieder geval niet de taalfout bevatte die de Haagsche Courant aanwees. Er stond n.l. niet ‘tankwagens van metaal of een gelijkwaardig metaal’, maar ‘tankwagens van staal of een gelijkwaardig metaal’. Uit het antwoord van Staatssecretaris Keijzer (aanhangsel tot het verslag van de Handelingen der Tweede Kamer, zitting 1968-1969, blz. 1189) bleek dat bewust gesproken is van een gelijkwaardig metaal, aangezien naar de eigenschappen van polyester-tanks nog een nader onderzoek wordt ingesteld. Het is dus niet gelukt de wetgever op een onzorgvuldigheid te betrappen.
J.P. de Vries, Amersfoort.