Barbarismen
Een ontlening is als zodanig uit een vreemde taal overgenomen: überhaupt, class struggle, ce n'est pas ma faute.
Een barbarisme is naar vreemd model gevormd; het bestaat uit Nederlandse elementen, maar in zijn geheel is het onnederlands; eenvoudig gezegd: het is een domletterlijke vertaling. Voorbeelden: overhoofd, klassen strijd, dat is niet mijn fout.
Een barbarisme is op het ogenblik van ontstaan een taalfout; het kan echter door algemeen gebruik goed Nederlands worden.
G. Royen, Taalpanoptikum pag. 509, spreekt over geniepige insluipers. ‘Dat (insluipen) kan op verschillende manieren gebeuren. Nu eens zijn die “ismen” klakkeloze vertalingen met behulp van goed-nederlandse woorden, maar het geheel is volslagen onnederlands: iemand in fout vinden (trouver quelqu'un en faute). Dan weer worden uitheemse woorden mechanisch in nederlandse klanken getransponeerd met als uitkomst: ófwel een woord dat onze taal tevoren niet kende: vernalatigen (vernachlässigen), begeestering (Begeisterung) ófwel een woord dat er al was, maar nu plompverloren voor een verkeerd karretje gespannen wordt: De verkopers zijn verplicht bonnen in te nemen. (...) Deze drie typen van barbarismen weten Nederlanders op allerlei manieren te variëren.’
Hierbij merk ik op dat de mechanische transpositie alleen maar mogelijk is bij nauw-verwante talen (het Engels en het Duits). Een zeer speciale soort is bovendien nog niet genoemd: de gevallen van hybridische woordvorming, waarin een woord uit heterogene elementen bestaat (toneel-minded, bandrecorder).
In Ongaaf Nederlands van Gerlach Royen (de beste verhandeling die er tot nu toe over de barbarismen verschenen is) wordt als remedium aangewezen: de cultivering van het taalgevoel. Daar is niets tegen in te brengen dan dat het nogal abstract klinkt. Ik meen, dat een voorzichtige veroordeling en bestrijding van nauwkeurig aangeduide fouten een van de middelen kan zijn tot deze cultivering. Vaagheden als taalgevoel, intuïtie en instinct worden gemakkelijk tot voorwendsel voor onkunde.
De barbarismen worden onderverdeeld naar de talen die model hebben gestaan. Zo is een latinisme een nabootsing van een Latijnse constructie: Elk meent zijn uil een valk te zijn; ijs en weder dienende gaan we morgen schaatsen (accus. cum infinitivo; ablativus absolutus).
We zullen bijzondere aandacht besteden aan de ‘ismen’ die in het moderne Nederlands belangrijk zijn: het gallicisme, het anglicisme, het germanisme.
Een gallicisme is een dom-letterlijke vertaling of een klakkeloze nabootsing van een Franse uitdrukking.
In Noord-Nederland zijn gallicismen zeldzaam. In België zijn ze talrijk: de tweetaligheid is niet bevorderlijk voor het normbesef.
Voorbeelden:
Dit raam opent op de rivier = ziet uit op de rivier, geeft een uitzicht op (ouvrir sur).
Ik houd daaraan = Ik stel daar prijs op (tenir à).
De wet werd gestemd = aangenomen (voter une loi).
Ze speelde dat muziekstuk op zicht = van het blad (jouer à vue).
onder dit opzicht = in dit opzicht (sous ce rapport).
verkopen aan een hoge prijs = voor (vendre à).
de slag van Waterloo = bij Waterloo (la bataille de W.).
Dat is niet mijn fout = schuld (Ce n'est pas ma faute).
Hij was zeer gelukkig van u te zien (de vous voir).
Een portret van een uitzonderlijke gaafheid (un portrait d'une perfection exceptionelle).
Het geleek aan een machtige zang (ressembler à).
De conditionele bijzin: Moest Jansen hier zijn (hij zou dat toegeven) is in Vlaanderen een onuitroeibaar gallicisme.
N.B. De constructie ‘Het is je vriendje die het gestolen heeft’ wordt weleens een slaafse vertaling genoemd van het Franse ‘C'est ton petit copain qui a volé ça.’ Indien dat zo is, heeft deze vertaling toch zulke oude rechten, dat ze niet meer te weren is: in 17de-eeuwse teksten komt de constructie geregeld voor.
Een anglicisme is een dom-letterlijke vertaling of klakkeloze nabootsing van een Engelse constructie.