fabrikant in een advertentie in Eilanden-Nieuws (11-3-69) zijn auto's had aangeprezen als bliksemsnel en (wat nog veel erger is) als donderssnel. De redactie bood in het volgende nummer snel haar excuus aan. De autofabrikant had geen betere reclame kunnen wensen. □ Op het gevaar af dat nu mensen boos op ons worden: dat hoerejong van een paar regels hiervoor heeft ook een brandschone betekenis in de taal van de zetters: een regel bovenaan de
bladzijde die niet vol is. □ Nog een paar veelbelovende woorden uit het bedrijfsleven: Sensitivity-training (een aantal mensen bij elkaar zetten met de opdracht elkaar ongezouten de waarheid te zeggen) en appraisal system officer (beoordelaar?) □ Prijs voor de beste beeldspraak ‘Raadslid S. probeert enkele zinnige dingen te zeggen, doch al gauw blijkt dat hij op een totaal andere golflengte spreekt. Hier botsen twee werelden. Die botsten trouwens al eerder, alleen kwam die botsing in het begin niet zo gauw uit de verf.’ □ Wie minister-president wil worden, moet een gevat man zijn. Toen onlangs een journalist aan onze eerste minister vroeg wat hij de hele dag deed, antwoordde hij: ‘In deze tijd van grote omwentelingen pas ik zolang op de winkel’. Aldus de mededeling van Kronkel in het Parool 6 juni. □ Een stelling uit een Amsterdams proefschrift (dr. C. Reijnders, 9 mei 1969): ‘Zolang een ongehuwde dame slechts door een huwelijk of het hoogleraarsambt de titel van mevrouw kan verwerven, is er sprake van een discriminerend taalgebruik.’ □ Voorzover wij weten is een overvloeier het gedeelte in een film, waarbij de beelden aan het begin en aan het einde van een scène langzaam in elkaar overgaan. Staat trouwens in Van Dale □ Als een woord niet in Van Dale staat, kan het overigens wel bestaan. Na 1961 zijn er nogal wat woorden bijgekomen. □ Bedoeld zal niet zijn wat er stond: ‘Per traditie stonden de twee waterkanonnen klaar, maar werden niet gebruikt.’ □ Head hunting is het werven van personeel niet door middel van advertenties maar door zelf te zoeken bij de concurrenten en daar de mensen weg te lokken. □ Ariadne 24 (69) blz. 519 toont advertenties waarin worden gevraagd: een dirigerend geneesheer, een nachthoofd, een avondhoofd, een meewerkende
hoofdjuffrouw, en een advertentie waarin het dr. Douwe Tietemaleen gegadigden oproept voor een vakante pensie uit dat leen. □ Voor uw documentatie betreffende het verschil tussen techniek en technologie: de universiteit van Amsterdam vroeg in een advertentie (30-4-69) een onderwijstechnoloog, o.a. voor het geven van adviezen over onderwijstechnologische middelen (zie ook O.T. februari 1969). □ Olie op het vuur is het doen opwakkeren en op de golven het doen bedaren der hartstochten. Het volgende bericht kán waarheid bevatten: ‘De politie zorgde ervoor geen nieuwe olie op de golven te gooien door de bewaking tot een minimum te beperken.’ □ Relaxed, geen spelzorgen, maar wat te doen met de verbogen vorm? Een relaxede, relaxete, relaxte figuur? Hetzelfde geldt voor de werkwoordsvormen: hij relaxete (zoals racete)? Rieleksen zou de oplossing kunnen zijn. Bij sponsoren hoeft niets te veranderen: gesponsord. En promoten krijgt gepromoot. □ In de wet van 1 juli 1968 betreffende ‘het vervoer over land van gevaarlijke stoffen’ is - volgens de Haagsche Courant 19-3-1969 - een merkwaardige taalfout geslopen: er had moeten staan ‘tankwagens van metaal of een gelijkwaardig materiaal’, maar er staat ‘tankwagens van metaal of een gelijkwaardig metaal’ (wat natuurlijk onzin is). Fabrikanten van polyester tanks hebben geprotesteerd, het protest is geaccepteerd, maar de wet is nog niet gewijzigd. Hangende de correctie nemen de afnemers het zekere voor het onzekere, bestellen geen polyester tanks meer en een Enschedese fabriek heeft bij gebrek aan orders twaalf personeelsleden moeten ontslaan. □ De officiële reisgids van de Nederlandse spoorwegen, die wij allen het
spoorboekje noemen, is nu echt (1 juni 1969) met drukletters op de titelpagina spoorboekje geworden. □ Aan spoor (i.p.v. perron) zal de ‘reiziger’ wel wennen. □ De werkgroep Huisstijl van de N.S. is bezig met de modernisering van de spoorwegtaal. In het huisorgaan van de N.S. (De Koppeling, 12-4-1968) zijn alle spoormannen aangespoord om nieuwe benamingen te bedenken voor ‘rijtuig, dienstregeling, plaatsbewijs, restauratie, conducteur, lokettiste’. Deze namen - aldus De Koppeling - ‘stammen uit een vervlogen tijd. De stoffelijke resten van die tijd zijn, voorzover niet liefdevol bewaard in het Spoorwegmuseum, vergaan’.