Politi(on)eel
Beide vormen, politioneel en politieel, worden gebruikt, welke is juist? Gaan we te rade bij het WNT XII, 3145 (1949), dan vertelt Dr. J.H. van Lessen ons, dat politieel een zeer jong woord is, waarschijnlijk gevormd naar het voorbeeld van justitieel. Dr. A. Beets geeft WNT VII, 575 (1926) als voorbeeld: chef van de justitiële (= gerechtelijke) dienst. Zo repte de N.R.C. in 1934 van de politiële bevoegdheid van de burgemeester. Politioneel van gelijke betekenis, kwalificeert dr. v. L. als: een minder juiste vorming, evenals politieel een jong woord, maar toch al eerder gebezigd dan laatstgenoemde afleiding van het woord politie. In 1880 wordt al in geschrifte melding gemaakt van de politionele rechtsmacht van de resident in N.O.I. De handelingen van de Staten-Generaal van 1904/05 gewagen van het politionele optreden tegen het Nieuw-Malthusianisme. De N.R.C. van 1931 schrijft over een politionele operatie tegen banditisme en in 1933 is in een geschiedenis van het politiewezen sprake van de politionele opleiding. Ook als bijwoord funktioneert het: politioneel gestraften, terwijl Van Dale ‘politioneel afdoen’ vastlegt (zesde druk).
Koenen-Endepols-Naarding (1960) kent politioneel niet. Politieel verklaart het als: ‘vanwege de politie’ en noemt als voorbeelden: een politieel onderzoek en de politiele acties. Omschreven als het ingrijpen van Ned. troepen in juni '47 en dec. '48 in Indonesië.
Naast justitieel wordt justitioneel door de woordenboeken niet erkend. Van Dale (1961) meent dat justitieel voorop moet staan en dat er daarnaast plaats is voor justitioneel.
J.A. Meijers veroordeelt in een artikel in De Groene Amsterdammer van 22 febr. '69 over ‘de politionele acties’ wel de historische, maar aanvaardt de woordvorm met de restrictie dat hij, evenals Van Dale, de voorkeur geeft aan politieel. Zijn verklaring dat we ‘politioneel’ niet in het algemeen kunnen omschrijven als: ‘van de politie uitgaand’ acht ik aanvechtbaar, mede op grond van de hierboven vermelde voorbeelden uit het WNT.
Evenals mej. van Lessen wijst Meijers op het franse adjektief policier, dat evenwel geen levenskans had in onze taal, die het suffiks -ier nooit heeft overgenomen, maar wel het franse achtervoegsel -el aanpaste aan onze uitspraak en spelling als -ee: commercieel, individueel, substantieel. Daarnaast komen voor: conventioneel, institutioneel, traditioneel. naar de franse woorden met -ion.
Wat dr. v. L. omschrijft als ‘minder juiste vorming’ noemt M. radicaal ‘onjuist’, ‘een vergissing’, die evenwel door het taalgebruik geijkt is. Beide termen werden bedacht teneinde het ‘militaire’ karakter van ons optreden in Indonesië te kamoefleren.
G.J. Uitman, Zeist.