Taal en Tongval. Jaargang 23
(1971)– [tijdschrift] Taal en Tongval– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina t.o. 61]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 61]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dr. Jozef Leenen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 62]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
En toch, Jef, is er in de laatste dertig jaren iets in jou veranderd, waar je jezelf misschien niet bewust van bent en dat ik je bij deze gelegenheid wil onthullen. Vroeger is het mij meer dan eens gebeurd, dat mensen die in ons gezelschap hadden vertoefd en je voor het eerst ontmoetten, mij nadien vroeger: ‘Is die vriend van je altijd zo zwijgzaam?’, waarop ik verplicht was te antwoorden dat dit wel meestal het geval was, tenminste als het niet over filologie ging.
In de volksmond luidt het dat oude mensen gespraakzaam worden en dat moet wel waar zijn, want ik merk het aan mezelf. Ik meen dat echter ook aan jou te hebben ondervonden. Nu, je bent ook enkele jaren ouder!
Zeergeleerde vriend, doe zo voort en over tien jaar wordt je een derde feestnummer van Taal en Tongval aangeboden, indien het tijdschrift het overleeft. Mocht ik er dan niet meer zijn om het je in naam van je vrienden aan te bieden, dan zal een jongere uit de redaktie dat wel doen. Hij zal het wellicht veel beter doen dan ik, beste Jef, maar zeker niet met zoveel vriendschap als die welke ons sinds meer dan veertig jaar verbindt.
Van ganser harte je toegenegen Willem Pée. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 63]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bibliografie J. Leenen 1961-1970Ga naar voetnoot*
|
|