dan volgt er uit dat wij schrijven moeten: sterf, sterft, sterve,
sterven, stervelijk; vrees, vreest, gevreesd, vreeze, vreezen, vreezelijk;
begraaf, begraaft, begrave, begraven, begravenis, zoo ook droevenis.
Neen! krijgen wij ten antwoord, de regel is te algemeen gesteld, zij behoort de
woorden op enis en elijk uit te sluiten, schrijf dus:
sterfelijk, vreeselijk, begrafenis, droefenis, dwaselijk, en, is het
waar, dat de s tusschen twee klinkers als z wordt uitgesproken,
schrijf zelfs vreesselijk, dwaasselijk. Ik geloof, dat men ook in het
woord beeld(enis) om de uitspraak, de d in eene t
verandert, zoodat de gewone spelling beeldtenis onjuist is en plaats zou
moeten maken voor beeltenis. Dit echter in het voorbijgaan. Passen wij
denzelfden regel toe op de v en z als beginletters van andere
woorden, dan verkrijgen wij, vier, vijf, feertig, fijftig, een en veertig,
een en vijftig, honderd fijftig, honderd en fijftig, honderd een en vijftig;
zes, zeven, sestig, seventig, een en sestig, een en seventig. - Voor
zooverre ik er over mag oordeelen, kan ik stellen, dat de beschaafde uitspraak
op deze wijze naauwkeurig wordt aangewezen; nooit heb ik de genoemde woorden
anders hooren uitspreken. De gelijkvormigheid in de spelling is nu geheel uit
het oog verloren. Het verdient toch opmerking, dat men steeds sestig en
seventig blijft zeggen, waar ook: een en sestig, twee en sestig
enz. tot negen en sestig; een en seventig, twee en seventig enz. tot
negen en seventig, terwijl men na feertig en fijftig
gezegd te hebben, dadelijk weer voortgaat met een en veertig, enz. tot
negen en veertig en een en vijftig tot negen en vijftig.
Gaan wij voort met de toepassing van onzen regel op zamen of
samen, dan verkrijgen wij: samen, te samen, gezamenlijk,
verzamelen, leerzaam, minzaam, heilzaam, werksaam, bedachtsaam,
deugdsaam; maar wij staan in twijfel bij buigzaam of
buigsaam, arbeidzaam of arbeidsaam, waakzaam of waaksaam
en durven niet beslissen, welke hier het meest geschikte letterteeken zou
wezen, de z of de s; of liever, beide teekenen den letterklank
onnaauwkeurig af, die zoo wat tusschen s en z zweeft. Achter de
vloeijende r, n en