De Taalgids. Jaargang 3
(1861)– [tijdschrift] Taalgids, De– AuteursrechtvrijDr. A. de Jager en Dr. L.A. te Winkel (red.), De Taalgids, Tijdschrift tot uitbreiding van de kennis der Nederlandsche taal, Derde jaargang. C. van der Post Jr., Utrecht 1861.
-
-
-
gebruikt exemplaar
exemplaar UB Leiden, signatuur: 3745 B 19
ALGEMENE OPMERKINGEN:
Dit bestand is, met een aantal aanpassingen, een diplomatische weergave van de derde jaargang van De Taalgids, onder redactie van A. de Jager en L.A. te Winkel.
REDACTIONELE INGREPEN:
p. VIII: ‘L.A. t. Winkel’ veranderd in ‘L.A. te Winkel’
p. 3: ‘dan dle van alle’ veranderd in ‘dan die van alle‘
p. 28: aanhalingsteken sluiten toegevoegd: ‘de wijziging van dat bestaan”‘‘
p. 34: aanhalingsteken sluiten toegevoegd: ‘in de plaats stelt.’’
p. 77: aanhalingsteken sluiten toegevoegd na vraag 23
p. 190-192: de voetnoot op deze pagina's is in de lopende tekst geplaatst. Hierdoor is p. 191 komen te vervallen.
p. 150: drie maal, bij ‘beursien’, ‘eultien’ en nogmaals ‘beursien’, staat boven de ‘eu’ een boogje. Deze is komen te vervallen in deze gedigitaliseerde versie
p. 232: aanhalingstekens vervangen door respectievelijk: ‘haili-dêduts,’ en ‘gij (beiden) heel-det,’. Daarom komt deze regel twee maal onder elkaar voor.
p. 234: in het origineel komt de letter s met een daarboven geplaatste letter c voor. In de digitale versie kan dit niet op die manier weergegeven worden. De bovengeplaatste letter is in superscript achter de andere geplaatst.
p. 295: In ‘Dien name van Ihm Criste,’ staat oorspronkelijk een streepje boven de m van Ihm.
p. 306: komma veranderd in aanhalingsteken openen: ‘,die eerst komt,’ wordt ‘‘die eerst komt,’ (twee maal)
p. 307: idem
p. 307: komma veranderd in aanhalingsteken openen (twee maal): ‘,maant’’ wordt ‘‘maant’’ en ‘,maalt’’ wordt ‘‘maalt’’
p. 318: ‘gegrond moge zijn.’ veranderd in ‘gegrond mogen zijn,’
Bij de omzetting van het oorspronkelijke tekstverwerkingsbestand naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen, maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. IV, 82) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina III]
DE TAALGIDS.
[pagina V]
DE TAALGIDS.
TIJDSCHRIFT TOT UITBREIDING VAN DE KENNIS DER NEDERLANDSCHE TAAL, ONDER REDACTIE
van
Dr. A. DE JAGER en Dr. L.A. TE WINKEL.
DERDE JAARGANG.
UTRECHT,
C. VAN DER POST Jr.
1861.
[pagina VI]
R. UNIV. BIBLIOTHEEK LEIDEN
Gedrukt bij Gieben & Dumont.
[pagina VII]
INHOUD.
Blz. | |
L.A. te Winkel, Antwoord aan Prof. W.G. Brill op zijnen brief over de definitie van het werkwoord | l |
L.A. te Winkel, Nog iets over het begrip van het werkwoord | 26 |
P.J. Harrebomée, Tiental Nederlandsche Spreekwoorden | 40 |
Prof. J. van Vloten. De infinitieven op yen | 57 |
Prof. J. van Vloten, Aan Prof. S. Vissering | 60 |
J.H. v. Dale, Taalsnippers | 63 |
L.A. te Winkel, Over de spelling van eenige woorden. | |
Druisen of druischen | 65 |
Zutfen of Zutphen. Stootig of Stooterig. Droomig of Droomerig | 69 |
Hoofdletters | 70 |
J.A. van Dijk, Iets over de verbuiging | 71 |
J.A. van Dijk, Zamen of Samen | 77 |
A. de Jager, De Nederlandsche taal, voor den zang niet ongeschikt | 81 |
L.A. te Winkel, Gedachten over Stijl en Stijlleer | 105 |
L.A. te Winkel, Onderwerpen uit de theorie der Logische Analyse | 119 |
T.H. Buser, Overijselsch taaleigeu | 134 |
R., Nog iets over eene bepaling van het werkwoord | 181 |
Bladvulling. | 192 |
Prof. M. de Vries, Quekenoot | 193 |
G.L. van den Helm, Etymologische onderzoekingen. Nalezing op D. II, bl. 253 vgg | 203 |
L.A. te Winkel, Over Etymologische Definities | 210 |
L.A. te Winkel, Kuk, Kukken, Kukkelen | 233 |
Vragen | 236 |
A. de Jager, Antwoord op vraag 26 | 238 |
[pagina VIII]
J.H. v. Dale, Screien | 240 |
L.A. te Winkel, De afleiding van het woord Tegenwoordig | 241 |
J.H. v. Dale, Aardsch- of Aardsgezind? | 242 |
L.A. te Winkel, De afleiding van het woord Verwaarloozen | 243 |
W.G. Brill, Over het beginsel bij de onderscheiding der woordsoorten in acht te nemen | 257 |
A. de Jager, Over de werkwoorden beenen en verbeenen | 269 |
Bijdrage tot de kennis van den Frieschen, voornamelijk Bildtschen, tongval | 279 |
D. van Kalken, Voorbeelden van een verouderde vervoeging der thans in gebruik zijnde werkwoorden | 286 |
J.H. van Dale, Willox. - Ric | 303 |
J. Beckering Vinckers, Die eerst komt, eerst maalt of maant? | 306 |
L.A. te Winkel, Iets over de adjectieven die met ge beginnen | 316 |
Bladvulling | 320 |
Zaakregister | 321 |
Woordregister | 324 |
Boekaankondigingen. | |
J.A. van Dijk, Nederlandsche Spraakleer, door Dr. W.G. Brill | 244 |
J.A. van Dijk, Zinsontleding, door G.A. Vorsterman van Oijen | 255 |
DRUKFOUT.
Bl. 255, reg. 9 v. o. staat Vosterman, lees: Vosterman.