Met andere woorden: uwe redeneering is
volkomen juist, maar uwe hoofdstelling laat - als ik 't zeggen mag - wel
iets te wenschen over, en berooft uwe gevolgtrekking dus - hoe goed zij
sluiten moge - van alle kracht.
‘De naam Tolverbond’ zoo stelt gij, beteekent
‘èn volgens ons taaleigen èn volgens ons spraakgebruik iets
anders dan er hier mede bedoeld wordt.’ Was dat waar, dan hadt gij
volkomen recht, en wij 't woord, hoe eer hoe beter, te weren. Maar is het wel
waar? Ik meen van niet. Zoolang namen als krijgsverbond, vreêverbond,
handelsverbond, - en hoeveel andere wilt gij nog? - waarmeê wij
overeenkomsten aanduiden ten opzichte van krijg en vrede of handel gesloten,
goed Hollandsch zijn - en wie zal dat loochenen? - kan er (dunkt mij) geen de
minste twijfel bij iemand opkomen, of ook Tolverbond - als een
overeenkomst omtrent den tol d. i. hier de rechten van in-, uit- en
doorvoer - heeft gelijkelijk recht, daarvoor erkend te worden. Maar ook het
taaleigen daargelaten, verwerpt gij 't woord, omdat gij meent er dien zin zelf
niet aan te mogen toekennen; omdat, naar uwe meening, tol ‘bij ons’
niet zoo algemeen voor elke heffing bij vervoer, ongeveer gelijk het
Latijnsche vectigal geldt, maar slechts van ‘de vergoeding die
betaald wordt voor en bij het gebruik van een weg, vaart of brug.’ Indien
ik nu ook al niet ontkennen wil, dat zich allengs, in dit kunstweg-rijke land,
deze beziging van 't woord op den voorgrond gedrongen heeft, zoo heb ik mij
toch slechts op uw eigen eerlijke betuiging te beroepen, dat ‘vroeger ook
bij ons het begrip iets ruimer was, (en) 's Graventol te Dordrecht b.v. veel
van eene belasting op vervoerde goederen had.’ Niet alleen had er dat
veel van, maar 't was, in de eerste plaats, wel weinig anders dan dat; en, in
de tweede plaats, was dat niet met de Dordsche tol alleen het geval, maar met
alle andere ten naastenbij die er hier geheven werden. Zoowel het Geldersche
Tiel (d. i. tol, gelijk gij weet) eischte niet anders dan een door- en
invoer-recht van goederen en personen, als er ter Zeeuwsche
Tholen (d. i. aan den tol op de Ooster-Schelde)