De Taalgids. Jaargang 2
(1860)– [tijdschrift] Taalgids, De– AuteursrechtvrijOver eene bepaling van het werkwoord.In het vorige Nommer van De Taalgids gewaagt Dr. te Winkel, bl. 181, met afkeuring van eene definitie van het werkwoord, die door ‘een geacht onderwijzer’ zou zijn uitgevonden. De steller dezes meent, dat het aldaar gezegde teregtwijzing vordert. De definitie: ‘de werkwoorden drukken het bestaan der voorwerpen uit, met of zonder wijziging van dat bestaan,’ | |
[pagina 251]
| |
is door den bedoelden onderwijzer Ga naar voetnoot1) niet uitgevonden. Gelijk Dr. te Winkel zijne definitie uit Steinthal heeft geput, zoo ontleende de ‘geachte onderwijzer’ de zijne aan Bilderdijk, zoo als ieder, die des laatstgenoemden Verhandeling over de Geslachten, bl. 34, heeft ingezien, terstond bespeuren moet. Immers men leest daar het volgende: ‘Wanneer wy een hoedanigheid als affectie van een zelfstandig ding beschouwen, zoo is het woord dat wy gebruiken, een adjectief: en dan, wanneer wy ze aanmerken als een wijziging van 't bestaan des voorwerps, zoo is het een verbum. Van daar dan ook, dat alle verbum het verbum substantivum (dat is 't werkwoord, het bestaan uitdrukkende) insluit, en in sommige Talen kennelijk inhoudt; terwijl het in andere Talen niet uitgedrukt, maar er toch op verschillende wijzen in verwikkeld is.’ Men ziet, de meergemelde definitie steunt geheel op de beschouwing van den aard van het werkwoord, door Bilderdijk gegeven. En dat die beschouwing zoo heel kwaad niet is, zou door het gezag van verscheidene taalkundigen te staven zijn, bij voorb. met dat van Prof. Kinker, in zijne Beoordeeling van Bilderdijks Spraakleer, bl. 336 en 337, en vooral van Heyse, in wiens Ausfü hrl. Lehrbuch der deutschen Sprache 5e Aufl.), I. 651, men het volgende aantreft: ‘In dem Verbum sind zwei Bestandtheile enthalten: 1. ein materieller, nämlich das adjectivische Attribut oder Merkmal - -; 2. ein formeller, nälich das verknüpfende Element, durch dessen Kraft jenes Merkmal dem Subjecte beigelegt wird, die logische Copula, welche in der Sprache für sich genommen durch das Verbum sein dargestellt wird. - - Diese beiden Bestandtheile vereinigt machen den Begriff des Verbums aus; sie sind ursprünglich und wesentlich in allen Verben enthalten, und zwar so dass der materielle in dem Stamme, der formelle in der Endung liegt.’ | |
[pagina 252]
| |
Zoo lang deze etymologische, of wil men liever, materialistische beschouwing van den aard des werkwoords gegrond is, kan de daaraan ontleende definitie niet zoo verwerpelijk zijn, als Dr. te Winkel haar wil doen voorkomen. Dat men er door tot ‘belagchelijke omgerijmdheden’ zou geleid worden, is niet de schuld der definitie, maar van de verminking, die men haar heeft doen ondergaan; want verminking is het, wanneer men voor het eenvoudige ‘uitdrukken’ het krachtige ‘uitdrukkelijk te kennen geven’ in de plaats stelt, en dan daarop de aardigheden bouwt, die onder aan bl. 181 voorkomen. Al ware overigens, uit een wetenschappelijk oogpunt, de definitie van den ‘geachten onderwijzer’ niet volkomen in den haak, zij zou nogtans door hare beknoptheid en verstaanbaarheid voor het lager onderwijs aanbeveling verdienen, en daarin zal dan ook de reden liggen, dat sommige onderwijzers, met name de heer de Jager, haar in hunne leerboekjes voor dat onderwijs overnamen. Vermoedelijk zullen niet velen hunner geneigd zijn, haar te verwisselen met die, welke door Dr. te Winkel uit de meer logische of wijsgeerige beschouwingen van Steinthal is geput, en welke dus luidt: ‘Een werkwoord is een woord, waaraan de voorstelling verbonden is van de openbaring eener kracht, die gelegen is in iets, dat òf eene ware zelfstandigheid is, òf althans als eene zelfstandigheid voorgesteld wordt.’ De gegrondheid of ongegrondheid dezer definitie daargelaten: haar bekwame Steller zal moeten toegeven, dat zij even weinig kan gezegd worden zich te onderscheiden door duidelijkheid van inhoud, als door fraaiheid van stijl. ‘Een werkwoord is…. waaraan is…. die is…. dat is….’ Wat is nu eigenlijk een werkwoord? Dit zou men aan veel lagere-schoolknaapjes waarschijnlijk te vergeefs vragen.
R. |
|