Vragen.
19. | Is de bewering, dat onze taal vijf in plaats van vier naamvallen
bezit, gegrond of niet?
G. te B. |
20. | Moet men schrijven:
druisen of druischen, Zutfen of Zutphen,
droomig of droomerig, stootig of stooterig?
V.Z. |
21. | Men vraagt eenige opmerkingen en regels voor het gebruik van
kapitale of hoofdletters?
B.T. |
22. | Is de verbuiging met drie gevallen of met vier
naamvallen te verkiezen voor eene lagere school? |
23. | Moet men schrijven: zamen of samen.
V.Z. |
|
|