Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden
(1595)–Anoniem Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden– AuteursrechtvrijNa de wijse: Waer zijdy liefsten troost en raet.
STerct Ga naar margenootaons gheloove O Heere groot
Helpt ons nu, want tis noot
Het Cruyce staet nu bloot
Gheset voor onsen ooghen nu ten tijen
Wij lijden menighen aenstoot
Want tvleesch doet zijn exploot
Tverschrickt teghen de doot
Ons sinnen, van binnen, inwendich strijen
Dus roepen wy Heere sonder vermijen
Wilt ons bevrijen, in dit verdriet
Ghy zijt ons Ga naar margenootbtoevlucht siet
Die brenghen can Ga naar margenootcte niet
Ons vyanden, hoe hooghe datse zijn, ter werelt vermaert
Dus help ons nu, u Dienaren, Heere, die zijn beswaert.
Beswaert zijn wy, O Heere goet
Want sy nu doch ons bloet
Soecken, om u Woort soet
Te storten met nijt, hoort dit vertellen
Maer dit hebdy ons overvloet
Voorseyt, O Heere vroet
Die u volghen wil, moet
Hem vromelick onder den Cruyce stellen
En vreest Ga naar margenootdniet, seyt Christus, die tlichaem quellen
Dooden oft Ga naar margenootevellen, met nijde onsacht
Sy en hebben meer gheen macht
Haer dreyghen niet en acht
Maer stelt al u betrouwen op Christum, soot oock wel betaemt
Want die op hem hopen, Ga naar margenootfen werden nemmermeer beschaemt.
Wy hopen op u in deser tijt
| |
[Folio 293v]
| |
O God die ons toevlucht zijt
Niemant el, breet oft wijt
En Ga naar margenootgmach ons helpen dan ghy, so wy lesen
Dus sterckt u knechten, in dit berijt
So sullen wy den strijt
Winnen, sonder respijt
En door u hulpe victorieus wesen
Nu hebdy belooft, o Heer ghepresen
Den desen u Rijcke seer triumphant
Diet al verwinnen, want
Sullen, vaet dit verstant
Van God Ga naar margenoothgecroont zijn, al met een eewiche gheduerende vreucht
En blijven daer met Christo inder eewicheyt verheucht.
Daer na souden wy haken, broeders fijn
Want allen droeven schijn
Druck, swaerheyt, en ghepijn
En is niet weerdich by Ga naar margenootidat overdincken
Der blijschappen, die ons bereyt zijn
Dus treckt aen des hoops lijn
Verheucht op elck termijn
En vreest Ga naar margenootkniet die t'lichaem dooden oft minkcen
Sy en hebben geen macht, dan datse tvleesch crincken
Wilt de Kelck drincken, vry onbelaen
En wilt u niet verslaen
Ghy sult van God ontfaen
De Ga naar margenootlcroone der glorien, dus dit lijden cloeclick besuert
Onsen druck wert versoet, met de blijschap die eewichlick duert.
Prince God, alderhoochste Regent
Al lijden wy torment
Om u woort excellent
Tis cleyn te achten, wat wy nu besueren
In corter heuren, werdet Ga naar margenootmgheent
Tvleesch moet Ga naar margenootndoch zijn gheschent
Souden wy in Hemels tent
| |
[Folio 294r]
| |
Comen, daer de vreucht eewelic sal dueren
God wil de zijne suyveren en pueren
Deur sulcke kueren, wreet en onghier
Want ghelijck Ga naar margenoototgout int vier
Proeft hy de zijne hier
Maer wat sal ons al desen druck en lijden hebben gheschaet
Als wy met de eewige blijschap zullen zijn versaet.
|
|