Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden
(1595)–Anoniem Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden– AuteursrechtvrijNa de wijse des 137.Psalms. Aen water flete Babylon.
NIet ons, Ga naar margenootaniet ons, O Heere goet
En coemt ons hier toe de eere
Van onse salicheyt seer soet
Daer in wy na Paulus leere
Hier zijn Ga naar margenootbgheerft tot ons verblien
Spijt Ga naar margenootcdoot ende duyvel boven dien
Die my by na hadde verbeten
Maer ghy O machtich Heere sterck
Quaemt Ga naar margenootdmetten duyvel hier te werck
Ende Ga naar margenooteghy hebten oock verbeten.
Anders so Ga naar margenootfmoesten wy vergaen
Als sneeu voorder Sonnen hitte
| |
[Folio 219r]
| |
Hadt ghy O Vader niet ghedaen
Wt een liefde sonder smitte
En Ga naar margenootgghesonden Christum Iesum minioot
Die door zijn Ga naar margenoothdierbare doot
Ons Ga naar margenootivryheyt heeft vercreghen
So dat wy moghen segghen fier
O sonde Ga naar margenootkwaer is u prickel hier
Doot, Ga naar margenootlHelle, die is versleghen.
Ga naar margenootmT'hantgeschrifte dat ons tegen was
Is nu hier ghescheurt certeynich
Dus en cant nu niet schaden op dit pas
Die in Christo Ga naar margenootnIesu zijn alleynich
Vanden Ga naar margenootovloeck heeft hy ons ghecocht
En Ga naar margenootpvervult de Wet, t'dient ontknocht
Dies een Ga naar margenootqyeghelick u moet prijsen
Want ghy hebt ons ghevrijt, hier op let
Alle Ga naar margenootrceremonien der Wet
De welck ons tot Ga naar margenootsu nu wijsen.
En waerder Ga naar margenootteen Wet ghegheven siet
Die ons salich conde maken
So ware u Ga naar margenootvdoot O Heere om niet
So Paulus seyt sonder slaken
Dus moeten u Ga naar margenootxbuyghen alle knien
Ende u metten Ga naar margenootyVader lof gheschien
Van sulcke groote daden
Met gheen Ga naar margenootzghelt is Petri vermaen
So en hebt ghy ons dit ghedaen
Maer met uwen bloede, wt ghenaden.
Wat souden wy ons roemen tsaem
Hier nu Ga naar margenootaO Heere almachtich
Want wy en zijn niet bequaem
Van ons selven hier eendrachtich
Yet Ga naar margenootbgoets te dencken ofte te doen
Oock seyt dan hier de Prophete coen
Bekeert Ga naar margenootcmy O Heere verheven
So sal ick Heere bekeeret zijn
Ende oock vry zijn van alle ghepijnGa naar margenootd
Dus moeten wy u Ga naar margenooted'eere gheven.
Oorlof O Heere die in ons werck
Beyde Ga naar margenootft'willen en dat volbringhen
| |
[Folio 219v]
| |
Daer en is oock gheen ander die ons sterct
Om te Ga naar margenootgdoene hier goede dinghen
Ia Esaias seyt met woorden breet
Al Ga naar margenoothons wercken zijn als een cleet
Van een maensuchtighe vrouwe
Dies Ga naar margenootimoet ick my te buyten gaen
Van alle dat ick hebbe ghedaen
Of anders so coem ick in rouwe.
God werckt den wille, ende t'volbrenghen. |
|