Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden
(1595)–Anoniem Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden– AuteursrechtvrijNa de wijse: Gepeyns ghy doet my treuren.
BRoeders Ga naar margenootain den Heere
Zijt wel ghemoet
Blijft vroom by Christus leere
Sy is so soet
So wie dat Ga naar margenootbdaer na doet
Sal eewich domineren
Ende Ga naar margenootctriumpheren
[A]l in dat eewich goet.
En wilt Ga naar margenootdgheen ghehoor gheven
[T]'listich serpent
Noch voor zijn dreyghen beven
Tot inden ent
[V] Ga naar margenootfsmeken went
Om Ga naar margenootgmet Christo te strijden
En t'ghewelt te lijden
[S]o Ga naar margenoothblijft ghy ongheschent.
Al bijtet Ga naar margenootiin de hielen
[T]en schaet al niet
De Ga naar margenootkgherechtighe sielen
Die doort verdriet
[A]f legghen siet
[H]et vleesch hier opter eerden
[T]'lam Ga naar margenootlhoutse van weerden
[Te] singhen t'nieuwe liet.
Alle Ga naar margenootmdie met hem lijden
[Druck] en ghewelt
[D]ie Ga naar margenootnsullen al verblijden
[E]n houden t'velt
| |
[Folio 56v]
| |
Zijn leven stelt
Hy Ga naar margenootovoor alsulck te panden
En Ga naar margenootpmaect voor hen te schanden
T'serpent als een vroom helt.
Hoe souden wy ghebeven
Oft zijn bevreest
Alle die door Ga naar margenootqChristum leven
Of zijnen gheest
Maer die dit beest
Selver sal Ga naar margenootroverwinnen
Al hevet cloecke sinnen
Verliesen salt zijn feest.
En Ga naar margenootsal haer loose clercken
Hooghe befaemt
Hoe listich dat sy wercken
Sullen beschaemt
Ende gheblaemt
In Ga naar margenootttreuren moeten wesen
Voor God die woont ghepresen
Wel die met hem versaemt.
Costen sy dit bevroeden
Die vreesen seer
Sy souden haer wel spoeden
Tot Godes eer
En met zijn leer
Haer liever te vereenen
En Ga naar margenootvvreest druck noch vercleenen
Maer Ga naar margenootxgheven God zijn eer.
Hier met wil ick dit enden
Mijn cleen vermaen
Ghy vrome Christus benden
Zijt Ga naar margenootyniet belaen
Vroom wilt doch staen
In druck en in benouwen
Sonder te verflouwen
De Ga naar margenootzcroon sult ghy ontfaen.
|
|