[1992/6]
Wallace Stevens
Bij de vertaling
Drieënhalf jaar geleden formeerde de literaire stichting Perdu een vertalerswerkgroep van vijf man. Als project werd gekozen: Notes toward a Supreme Fiction, nu vijftig jaar geleden geschreven en verschenen. Alleen de titel al bleek een onoplosbaar probleem: letterlijk of vrij? Uiteindelijk, dat wil zeggen, voorlopig liet de werkgroep het bij het neutrale Notities voor een supreme fictie, niet gedekt door de omslag van dit speciale Revisor-nummer, Aanzetten tot een opperste verbeelding, waarin geen van de vertalers zich kan vinden.
Wat is er niet allemaal geopperd en verworpen?
Draaiboek voor een meesterwerk
Notities voor een ultieme fictie
Notities voor een hoogste fictie
Blauwdruk voor een fabuleuze verbeelding
Naar een soevereine verbeelding
We lieten de titel daarom voor wat hij was en gingen aan de slag: ieder vervaardigde een aantal proefvertalingen, die door het collectief werden omgespit, gedurende vele, vele zittingen. Als belangrijkste uitgangspunten golden: ritme en regellengte zoveel mogelijk handhaven (10 tot 12 lettergrepen in een tweetakt-maat) en zo min mogelijk uitleggen of gladstrijken wat bij Stevens cryptisch, buitennissig of krankjorum is of lijkt.
Globaal is de betekenis, de inhoud van de Notes lang zo moeilijk niet weer te geven als wel gedacht wordt:
Proloog alleen poëzie biedt de mogelijkheid om
in vrede te leven met de verwarring van
i dichters staan voor de taak abstracties
(waarvoor geen woorden zijn) in woord
en beeld te concretiseren; die belichaming
in schijngestaltes dient telkens
plaats te maken voor nieuwe projecties,
die stuk voor stuk maar een schaduw
zijn van de eerste, oorspronkelijke idee;
ii alleen door voortdurend te veranderen
van positie tussen hemel en aarde, zon
en maan, werkelijkheid en fictie is aan
een fixatie van de idee, een zinloze herhaling
iii als het mobiliteitsprincipe absoluut zou
worden beleden, dan was er geen gein
meer aan te beleven; alleen door uit alle
tegenstellingen uiteindelijk het aardse
te kiezen en de kosmische draaitol in
een veelzijdig geslepen kristal onder te
brengen is fundamenteel plezier gewaarborgd;
Epiloog anders dan geëngageerde dichters in
oorlogstijd denken (Archibald Mac-Leish
c.s.) zijn ook ‘abstracte’ dichters
in gevecht met hun tijd: de efebe, de leerling-dichter
uit het begin van de Notes
is óók een rekruut en tenslotte de soldaat
die zonder het brood van de poëzie
Globaal is het parcours van de Notes, met al zijn kringlopen en heen en weers, dus best te volgen. Maar in detail zijn er allerlei problemen: lexicaal, grammaticaal, plastisch... Dat is ook goed te merken aan de bestaande interpretaties van de Notes: redelijk overeenstemmend wat betreft de grote lijn, maar citerend en parafraserend, dus verdoezelend waar het cryptische beelden of passages betreft. Wij houden het erop dat de grootste kracht van Wallace Stevens, die misschien wel volgens plan te werk ging, maar zeker ook veel improviseerde en zelfs va banque kon spelen, verrassing is. Het streven van de vertalers is steeds geweest die verrassing ook in Nederlandse poëzie te realiseren.