De Revisor. Jaargang 13(1986)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] Borges - de laatste jaren El angel Que el hombre no sea indigno del Angel cuya espada lo guarda desde que lo engendró aquel Amor que mueve el sol y las estrellas hasta el Ultimo Día en que retumbe el trueno en la trompeta. Que no lo arrastre a rojos lupanares ni a los palacios que erigió la soberbia ni a las tabernas insensatas. Que no se rebaje a la súplica ni al oprobio del llanto ni a la fabulosa esperanza ni a las pequeñas magias del miedo ni al simulacro del histrión; el Otro lo mira. Que recuerde que nunca estará solo. En el público día o en la sombra el incesante espejo lo atestigua: que no macule su cristal una lágrima. Señor, que al cabo de mis días en la Tierra yo no deshonre al Angel. De engel Laat niemand de Engel onwaardig zijn wiens zwaard over hem waakt van de dag dat hij werd gewonnen in die Liefde die de zon beweegt en alle sterren tot de Laatste Dag, als de bazuin donderend weerklinkt. Laat hij niet worden aangelokt door rode bordelen, door de paleizen uit hoogmoed gebouwd, door de redeloze taveernen. Laat hij zich niet verlagen tot smeken, tot de smaad van huilen, tot verzonnen hoop, tot de kleine toverijen van de vrees, of tot toneelspel; de Ander slaat hem gade. Laat hij gedenken dat hij nooit alleen zal zijn. In het openbare licht of in de duisternis is de onophoudelijke spiegel zijn getuige: laat geen traan het glas bevlekken. Heer, moge na al mijn dagen op Aarde ik de Engel niet beschamen. Vertaling Barber van de Pol Vorige Volgende